Recensie | This is Spinal Tap (Raymond Doetjes)

In de jaren 60 en 70 waren rocumentaries een belangrijk onderdeel van de toen nog immens grote rock scene. Ieder zelf respecterende band vond een cameraman en een journalist om mee te reizen op een grote tour en zo het leven van de band vast te leggen. In This is Spinal Tap maakt Rob Reiner een mocumentary van de rockumentary, deze film was een furore onder rock en komedie fans maar geldt dit anno 2018 nog steeds?

Titel: This is Spinal Tap
Regisseur:  Rob Reiner
Scenario: Christopher Guest, Michael McKean, Harry Shearer & Rob Reiner
Cast: Rob Reiner, Michael McKean, Christopher Guest, Harry Shearer
Speelduur: 82 minuten
Genre:Muziek / Mockumentary
Release: 1984

De regisseur Marty DiBergi (Rob Reiner) is een fan van het eerste uur en als kritische fan heeft hij zich in de gelederen van de band Spinal Tap weten te nestelen om daar alle kritische vragen te stellen. Spinal Tap was een van de grootste Engelse hard-rock bands; die net als de The Rolling Stones en The Beatles begonnen als twee vrienden die wat popliedjes schreven en door de roerige 60s en 70s heen hebben geleefd en volslagen wereldvreemd zijn geworden. Dit wordt langzaam maar zeker duidelijk in de documentaire die Marti DiBergi ons toont. De vriendschappen zijn niet zo sterk als het lijkt, de band is zoekende naar een nieuwe identiteit voor de 80s, nu hun faam lijkt op te gaan in rook. Dit alles onder hilarische omstandigheden.

This is Spinal Tap

Analyse

Rob Reiner is bekend als acteur. Hij werd met name in Europa bekend als Michael Stivic (Meatball) in de  serie It’s All in the Family met Archie Bunker. De film This is Spinal Tap, was zijn eerste bioscoop film die hij regisseerde. Daarna heeft hij nog juweeltjes als Stand By Me, Misery en A Few Good Men gemaakt en dit is verbazingwekkend! Want This is Spinal Tap werd gehaat toen deze aan de testgroep werd getoond in 1984. De Amerikaanse film heeft een enorm hoog Brits komedie gehalte dat zich kan plaatsen in een rijtje als Monty Python, Blackadder en ‘Allo ‘Allo. De grens van realiteit en satire is zo nauw in deze film dat wellicht de Amerikaanse kijker dit niet zag of begreep. De band Spinal Tap is in geen enkel opzicht anders dan The Stones, Led Zeppeling of Deep Purple – dezelfde wereldvreemde karakters, die zich pogen intellectueler en dieper voor te doen dan ze zijn. De wereldvreemde asociale houding die ze ineens kunnen uitslaan en dan opeens een satirische grap die als een “sucker punch” aankomt.

Een voorbeeld hiervan is een scene waar de lead gitarist Nigel Tufnel (Christopher Guest) achter een piano zit en een heel melancholisch deuntje in D-mineur speelt. Marty complimenteert Nigel op dit deftige stukje muziek en Nigel begint een pseudo intellectueel relaas dat hij tussen Mozart en Back staat en hoe D-mineur voor hem het “treurigste akkoord” is. Marty vraagt aan Nigel hoe het lied heet en Nigel antwoord met, “Lick my Love pump!”De hele film zit vol met dit soort woord grapjes en soort gelijke visuele grappen. De band ziet er ondanks deze grappen realistisch uit, met uitzondering van een paar hele slechte pruiken.

This is Spinal Tap

De lead zanger David St Hubbins (Michael McKean) had zo plaats kunnen nemen in een rock band – hij speelt de perfecte blend tussen Jagger en Bon Jovi. Nigel en Derek Smalls (Harry Shearer) zijn duidelijk neergezet als de typetjes om toch direct al te tonen dat het een satirische film is. Daarom is het onbegrijpelijk dat de film initieel bij de testgroep totaal flopte. Gelukkig werd de re-release een enorm succes en zag men 16 jaar later de genialiteit van deze film. Amerika was inmiddels 20 jaar blootgesteld aan Britse komedie en andere satire films van eigen bodem, zoals Wayne’s World en zodoende heeft de film terecht een cult status gekregen.

De rauwe typische beelden die men kent van echte rockumentaries zijn zichtbaar. De manier van interviewen, de emotionele uitbarstingen en de hele sfeer lijkt precies op dat van een echte rockumentary van je meest geliefde band. De productie is dan ook zeer verdienstelijk gedaan door Rob Reiner – en de acteurs worden wellicht onderschat in deze film. Echter is het zeer knap om een personage te spelen, die net als Mick Jagger inmiddels een personage van zichzelf is geworden en vervolgens dit normaal te spelen. Met name Michael McKean doet dit geweldig.

En dan de humor, deze vorm van komedie is precies mijn type humor! Mijn favoriete scene is dat Nigel zijn gitaren en versterker toont en uitlegt dat zijn versterker tot 11 gaat in plaats van de standaard 10 en dat deze dus harder klinkt dan die van de competitie. Marty snapt net als kijker de redenering niet en vraagt dan ook, “Waarom maak je 10 niet gewoon harder? En kan je hem van 9 op 10 zetten?” Waarop we Nigel even bedenkelijk zien kijken en zich realiseert dat Marty een punt heeft, maar zoals een groot ego betaamt alleen antwoord met, “But this goes to eleven!”

This is Spinal Tap

Conclusie

De mockumentary bestond natuurlijk al maar This is Spinal Tap staat nog steeds op zichzelf, hetgeen verbazingwekkend is want als er juist iets is waar je draak mee zou kunnen steken is het de “nepheid” van heavy metal en rock bands.

Als men een rockumentary kijkt, is men vaak verbijsterd over het feit dat deze artiesten een persiflage van hun eigen stage karakter zijn geworden. De levenstijl van een beroeps rocker is dan ook alles behalve gezond: drank, drugs, bejubelt- en aanbeden worden, alles wordt voor je geregeld en daar boven op kun je iedere groupie penetreren met je “love pole”; dus geen wonder dat deze sterren gek zijn. Neem deze arrogante waanzin en maak het nog gekker maar hou het gecontroleerd en je hebt This is Spinal Tap. Deze film is genialer dan hij op eerste oog lijkt. Als Britse humor jou ding is, dan is het absoluut een Blast from the Past.

Raymond Doetjes – Subliminal Artist Productions

★★★★☆