Recensie | The Lone Ranger (Nico Hoeijmans)

Op 8 augustus 2013 ging de avonturenwestern The Lone Ranger in première. Hiervoor zijn de makers van de Pirates of The Caribbean franchise, Gore Verbinski, Jerry Bruckheimer, Ted Rossio en Ted Elliot, uit de mottenballen gehaald. Zij kwamen dan ook, niet heel verrassend, op de proppen met oude bekende Johnny Depp die de rol van de vreemde indiaan Tonto zou moeten spelen. Arnie Hammer werd aangetrokken als John ‘The Lone Ranger’ Reid en een scala aan slechte karakters, met onder andere een mooie rol van William Fichtner, werd open getrokken. Is dat genoeg om deze film tot een goed einde te brengen?

Titel: The Lone Ranger
Studio: Walt Disney Pictures, Jerry Bruckheimer Films
Regisseur: Gore Verbinski
Scriptschrijver: Ted Elliott, Terry Rossio, Justin Haythe
Hoofdrollen: Armie Hammer, Johnny Depp, Helena Bonham Carter, William Fichtner, Tom Wilkinson e.a.
Genre: Actie, Avontuur, Western
Speelduur: 149 min
Release: Vanaf 8 augustus in de bioscoop

Laten we beginnen met een negatief punt van de film: de speelduur van dit nieuwste Bruckheimerspeeltje. De film is aan de lange kant en heeft daardoor af en toe zijn of haar inkakkende momentjes. Dat komt de film niet ten goede. Daarbij komt dat als het publiek net even is weggesuft er twee tellen later een grote schiettent door het beeld snelt. Want hoewel hoofdrolspeler John Reid vooraf heilig zweert bij de heilige Amerikaanse wet en vuurwapens verafschuwd, gaat het snel bergafwaarts met deze moraal en worden de wapens opgepakt. De film bevat zoveel actiescènes dat tot rust komen en het verhaal uitdiepen niet echt aan de orde komt.

hr_The_Lone_Ranger_111

 

De film is dus druk en heeft een niet al te diepgaand verhaal. Om een dergelijke film toch draaglijk te maken is een sterke cast nodig. De meest opvallende verschijning is natuurlijk Tonto. Velen zullen er wel iets van Jack Sparrow (Pirates of The Caribbean), Willy Wonka (Charlie & The Chocolate Factory), de Mad Hatter (Alice In Wonderland) of Edward Siccorhands (Edward Siccorhands) in zien. Het is allemaal wel weer een beetje vreemd, een beetje raar met hier en daar een gekke bek en de drang van regisseur Verbinski om de neus van Depp een belangrijke rol te geven. Desalniettemin is het verre van vervelend. Natuurlijk heeft Depp het allemaal al eens gespeeld maar de verwachting van een diepzinnig westernverhaal is voor deze film toch teveel gevraagd. Niet voor niets is de film ‘van de makers van Pirates of the Caribbean’ wat al aardig duidt op verstand-op-nul-popcorn vermaak.

Arnie Hammer overtuigt als John Reid en maakt tijdens de film een mooie ontwikkeling door van ‘in-law’ advocaat naar out law. Hij weet goed tegenspel te bieden aan de rariteiten van Depp en schakelt makkelijk over van de no-nonsense actiescènes naar het prille liefdesverhaaltje en de meer serieuze scènes in de film. William Fichtner, die de rol van slechterik Butch Cavendish speelt, is wellicht het meest verrassend. Hij weet zijn rol zeer goed neer te zetten en jaagt bij momenten angst aan. De duistere kant van zijn karakter maakt dat de filmcrew ook wat verder is gegaan met de dingen die gebeuren (en die worden getoond). Het is allemaal net een tikkeltje grover en minder lief dan dat de Pirates-reeks is.

hr_The_Lone_Ranger_20

De cast van de film zorgt er dus voor dat het prima kijkvermaak is. Dat neemt echter niet weg dat er niets schort aan het verhaal. Allereerst is het een behoorlijk dun verhaal. Het op een radioshow gebaseerde plot is wel heel erg afhankelijk van de nodige toevalligheden. Zo is Depp ‘toevallig’ te vinden in de arrestatiewagon en wordt het in de loop van de film niet duidelijk hoe hij een tweede keer uit de gevangenis ontsnapt. De kleine interbellums met een jong kind waartegen een stokoude Tonto (ook Depp) zijn verhaal over The Lone Ranger vertelt, zorgen en niet voor dat hier een verklaring voor wordt gegeven. Daarnaast zijn er de grote hoeveelheid zijlijntjes die wel vaker in films van Bruckheimer terug te vinden zijn, die het verhaal alsnog een nodeloos ingewikkeld plot geven. Uiteraard biedt dit natuurlijk mogelijkheden voor een vervolg maar de vraag is of dat er met de huidige bioscoopprestaties ooit van gaat komen, het vijfde deel van Pirates of the Caribbean moest inmiddels al flink terug in budget.

The Lone Ranger kent zodoende zeker haar mankementen maar daar even doorheen gekeken is het een avondje bioscoop zeker waard. Met mooie special effects, veel spectaculair gebruik van CGI en een aantal zeer fraaie actiescènes is het na een drukke werkdag een heerlijke zit van ontspanning die je door een nieuwe westernwereld vol indianen, spoorlijnen, rangers en duistere figuren voert. Met een Johnny – we kennen het trucje inmiddels wel en je moet er maar net tegen kunnen – Depp in vorm, een verrassende Arnie Hammer en William Fichtner, een overbodige Helena Bonham-Carter, die opvallend genoeg ontzetten veel op posters te vinden is maar een zeer bescheiden rol speelt, en een simpel verhaal over rechtvaardigheid zorgen voor een glimlach op je gezicht als je de bioscoop verlaat.

Tot slot: een vergelijking met Pirates of the Caribbean, zo is al gebleken uit deze recensie, is met een dergelijk overeenkomstig productieteam, bijna niet te vermijden. En ach, ‘Yo ho’ of ‘Hi-ho’, zoveel scheelt het allemaal nu ook weer niet.

Maar zo’n avondje ‘a western life for me…’, dat kan best.

Nico Hoeijmans