Blog | 50 jaar Spaghetti Westerns | Hoofdstuk 2

Stel je eens voor dat jij een cowboy bent. Als jongeman arriveerde je in een nieuw land waar nog helemaal niemand woonde, afgezien van een aantal Apache Indianen. Al snel leerde je dat je daar alleen kon overleven door geheel van jezelf (en van je Winchester geweer) afhankelijk te zijn. Op wat voor hulp zou je überhaupt kunnen rekenen? Met je blote handen bouwde je een boerderij waar je familie kon wonen, en met je blote handen gebruikte jij je Winchester om alle Indianen en bizons van het land te verjagen. Onafhankelijkheid en individualisme: dat zijn de nobele waarden waar een eerlijke cowboy als jij onder leeft. Op wie zal jij de komende verkiezingen dan stemmen? Toch niet op die socialist die belasting wil heffen op je vee en je terrein?

Blog | 50 jaar Spaghetti Westerns | Hoofdstuk 2 | 1


Lees hier het eerste hoofdstuk van deze blog


Spaghetti Westerns –  De Verzuiling van de filmbranche

Voor veel Amerikanen is ‘socialisme’ nog altijd een scheldwoord. Zeker in de jaren 40 en 50 moest je uitkijken met het uiten van je politieke voorkeur binnen de filmindustrie. Als je te links was kwam je al vrij snel op een zwarte lijst te staan, waardoor je jarenlang geen fatsoenlijke baan kon vinden. In een naoorlogs Italië was socialisme juist een prominente politieke stroming. Men was daar ook zeker niet vies van het verwerken van politieke boodschappen in zijn films. Tijdens de dictatuur van Benito Mussolini was de filmindustrie nog grotendeels in handen van de staat. Het uiteenvallen van zijn regime zorgde daartegen voor de opkomst van verschillende ideologische stromingen onder filmmakers.

Het land had net een van de bloedigste periodes in zijn geschiedenis achter de rug en de economie was naar de knoppen. Tot in de jaren 50 werd de Italiaanse filmbranche daarom gedomineerd door een stroming genaamd ‘neorealisme’. Deze films namen afstand van de meer Hollywood-achtige Italiaanse producties uit de jaren daarvoor. Het waren eigentijdse verhalen die grotendeels op straat werden opgenomen, waar de littekens van de oorlog nog zichtbaar waren in het bouwwerk. Centraal hierin waren thema’s als het alledaags leven, armoede en onderdrukking.

Blog | 50 jaar Spaghetti Westerns | Hoofdstuk 2 | 2

“I can’t see America any other way than with a European’s eyes, obviously; it fascinates me and terrifies me at the same time. In my childhood, America was like a religion. Then, real-life Americans abruptly entered my life – in jeeps – and upset all my dreams.” – Sergio Leone over de Amerikaanse militairen in WOII

Politieke Westerns

Filmmakers uit de jaren 60 waren opgegroeid met de oorlog en de grote veranderingen in mentaliteit onder het volk. Ook Spaghetti Westerns raakten hierdoor beïnvloed. Hoewel de mythe van het wilde westen de Italiaanse filmmakers intrigeerde waren zij duidelijk minder geïnteresseerd in de conservatieve ondertonen die de Amerikanen aanbrachten, ze hadden immers een totaal verschillende geschiedenis meegemaakt. Een Spaghetti Western heeft eigenlijk heel weinig met het ‘echte’ wilde westen te maken. De maatschappij die in deze films word afgeschilderd kun je eerder zien als een weerspiegeling van Italië in de jaren 40 – 60. Het zijn daarom ook geen historische drama’s maar avonturenfilms die onderdeel vormden van een linkse Europese beweging.

Veel vroege Spaghetti Westerns hadden al een subtiele politieke lading. Deze lading werd veel explicieter in een later subgenre genaamd de ‘Zapata Western’. De Mexicaanse Revolutie, die plaatsvond in 1910 – 1920, wordt over het algemeen gezien als het afsluitende hoofdstuk van het oude westen. Deze burgeroorlog veroorzaakte een politiek vacuüm in verschillende regio’s van Mexico. In een typische Zapata Western zien we hoe de wetteloosheid in het land verschillende soorten figuren aantrekt, van verzetsstrijders tot opportunistische bandieten. Wellicht de beste voorbeelden hiervan zijn The Mercenary (1968) en Compañeros (1970), allebei geregisseerd door Sergio Corbucci. Beide films draaien om de ontmoeting tussen een naïeve Mexicaanse boer en een Europese handelaar die via de zwarte markt van de burgeroorlog profiteert. Hier zien we een duidelijk contrast tussen de Marxistische held en de egoïstische antiheld. Hun verschillende kijk op de wereld veroorzaakt gegarandeerd spanning tussen deze twee personages. Maar uiteindelijk slagen ze er in om hun geschillen bij te leggen om te vechten tegen een gemeenschappelijk vijand: de regering. Dit militaristisch regime, met zijn soldaten in bruine uniforms, toont veel overeenkomst met de fascisten die over Duitsland en Italië heersten in de jaren 40. Dus als het wilde westen in deze films voornamelijk voor Italië staat is de Mexicaanse Revolutie een metafoor voor de Tweede Wereldoorlog.

De naïeve Mexicaan en de blanke intellectueel vormen een bekend duo in Zapata Westerns.

Terwijl Sergio Corbucci zijn Marxistische idealen openlijk uitte bracht de bekendere Sergio (Leone) een veel pessimistischere kijk op de Mexicaanse Revolutie in Duck, You Sucker! (1971). Ook in deze film treffen een Mexicaan en een Europeaan elkaar op het hoogtepunt van de oorlog. De rollen zijn nu echter omgedraaid. In dit geval is het de Ierse intellectueel die de Mexicaanse bandiet bij de strijd betrekt, maar uiteindelijk heeft deze bandiet het laatste woord over de oorlog…

Duck, You Sucker!: Rod Steiger leest James Coburn de les over revoluties.

Leone identificeerde zichzelf als een gedesillusioneerde socialist. Hoewel een aantal van zijn films zich tijdens historische conflicten afspelen is de terugkerende boodschap telkens weer dat familie en vriendschap boven idealen gaan. Zo speelt The Good, The Bad & The Ugly (1966) zich af tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog van 1861–1865. Ook hier gaat het verhaal meer om Leone’s oorlogservaringen dan om wat er daadwerkelijk was gebeurd in de Burgeroorlog. De drie hoofdrolspelers zijn koudbloedige moordenaars die er alles voor doen om aan een grote hoeveelheid geld te komen. Toch lijken hun misdaden minuscuul tegenover de gruweldaden van de oorlog. De mannen nemen duidelijk afstand van het geweld dat zich om hen heen afspeelt. “I’ve never seen so many men wasted so badly” zegt Blondie (Clint Eastwood) wanneer hij getuigen is van een grote veldslag. Volgens filmhistoricus Christopher Frayling veroorzaakte deze opmerking een groot applaus in de Amerikaanse bioscoopzalen. De VS was op dat moment namelijk verwikkeld in de uitzichtloze Vietnamoorlog. Het ongekend success van The Good The Bad & The Ugly had deels te maken met het groeiende anti-oorlog sentiment dat onder burgers heerste. Het feit dat een antiheld in een film zijn menselijke kant toont door geweld op die manier te veroordelen klikte met de gedachtegang van een nieuwe generatie.

Een Westernopera

De beroemde componist Ennio Morricone was een jeugdvriend van Sergio Leone. Ook hij is altijd een redelijk apolitiek persoon geweest. Amper een paar jaar geleden maakte hij bekend dat hij altijd op de socialistische Italiaanse partijen stemt. Nooit was hij geïnteresseerd in het uiten van zijn politiek voorkeur omdat hij naar eigen zeggen met alle soorten filmmakers wilde werken. In een carrière van 60 jaar heeft hij voor meer dan 500 films gecomponeerd. Verassend genoeg zou je nog geen 40 van die films kunnen bestempelen als Westerns. Toch staat hij nog altijd bekend als de bedenker van de unieke Spaghetti Western soundtracks. Deze muziek was een ongebruikelijke mix tussen traditionele Western muziek en stijlen als avant-garde, mariachi, flamenco en soms zelfs jazz. Het is altijd een van de onderscheidende kenmerken geweest van deze films. Als de regisseur van een Spaghetti Western Morricone niet kon inhuren nam hij wel een van zijn collega’s, of een componist die de Morricone stijl wist te imiteren.

Ik weet nog dat ik op school een speciale muziekles kreeg. We moesten onze ogen sluiten en een bepaald muziekstuk aanhoren. Daarna moesten we een beschrijving geven van de artiest die het stuk zou hebben geschreven. Toen een stuk van Morricone werd afgespeeld dacht bijna de hele klas aan het volgende: ‘een eenzame ruige man uit het wilde westen die veel heeft meegemaakt’. Een paar jongens gaven ook toe dat ze vooral aan Clint Eastwood moesten denken. Een veel accuratere beschrijving van de componist zou zijn: ‘een kleine Italiaan met een dikke bril uit een arbeidersgezin die op het conservatorium heeft gestudeerd’. Het is geen verassing dat we Morricone muziek zijn gaan associëren met cowboys. In veel van zijn films heeft elk personage zijn eigen muziekstuk, de muziek wordt op die manier onderdeel van iemands identiteit. De ironie is wel dat dit zeker niet het type muziek is waar cowboys naar luisterden. Amerikaanse Westerns maakten (in ieder geval tot de jaren 60) vooral gebruik van een zeer traditionele filmsoundtrack. Dit waren meestal georkestreerde composities die gebaseerd waren op country- of folkmuziek. Het is pas later dat ook Hollywood meer moderne filmsoundtracks begon te gebruiken, in Westerns als Butch Cassidy and the Sundance Kid (1969) en Little Big Man (1970).

Men zegt ook wel: ‘geluid is 50/60 procent van de filmervaring’. Als je het aan Sergio Leone vroeg was muziek zeker 70 procent van de filmervaring. Hij beweerde dat zijn werk meer weg had van stomme films dan talkies. In de 6 films die hij met Morricone maakte werd hun samenwerking steeds nauwer, tot op het punt dat de films rond de muziekstukken werden geschreven. Eerst legde Sergio het verhaal en de personages voor aan Ennio, zodat hij de muziekstukken daarvoor kon schrijven. Als dat was gebeurd gingen ze samen de scenes bedenken die bij de stukken pasten. Uiteindelijk was de muziek al grotendeels af voordat de film was geschoten. Het voordeel hiervan was dat de soundtrack alvast op de filmset gespeeld kon worden zodat de acteurs daarop konden reageren. Wat dat betreft heeft de structuur van een scene in een Sergio Leone film veel weg van de choreografie in een opera. Dit is vooral te zien in de laatste 20 minuten van The Good, The Bad & The Ugly, deze sequentie wordt gedragen door wat lijkt op één lang muziekstuk.

Een multiculti productie

Hoe kun je überhaupt muziek op de set spelen? Hoort men niet muisstil te zijn tijdens de opnames? Het opzetten van geluidsapparatuur is een duur en ingewikkeld proces, bovendien kan dit al snel in de weg staan van de camera’s. In de jaren 60 werden Italiaanse films uit traditie nog altijd opgenomen als stomme films, zonder geluid. De dialogen werden later pas in een studio opgenomen, soms niet eens door de acteurs zelf. Dit had als voordeel dat de regisseur de scenes kon begeleiden met commentaar. Ook gaf dit de mogelijkheid voor samenwerking tussen acteurs van verschillende nationaliteiten. Niet alleen Italiaanse maar ook Spaanse, Duitse en Amerikaanse acteurs speelden prominente rollen in Spaghetti Westerns. Meestal sprak elk persoon zijn moedertaal op de set, wat niet altijd te verstaan was door de andere acteurs. Je moest daarom van te voren weten wanneer je op je tegenspelers moest reageren. Een groot nadeel is dat iedereen wel kan horen of zien wanneer een film is nagesynchroniseerd. Je hebt een goede vakman nodig om de woorden op een natuurlijke manier te interpreteren, zeker als de acteurs verschillende talen spreken. Geen Spaghetti Western is perfect nagesynchroniseerd, bij sommige is dit werk zelfs heel slordig gedaan. Maar dialoog was voor veel van deze filmmakers nou eenmaal secundair.

De onderdrukking van minderheden is ook een prominent thema in Europese Westerns. Het gebruik van acteurs met verschillende nationaliteiten gaf de mogelijkheid om dieper in dit onderwerp te duiken. Zo draaien veel films om de sociale spanningen tussen Amerikaanse en Mexicaanse bevolkingsgroepen (Mexicanen werden vaak door zigeuners gespeeld). Verassend genoeg spelen Indianen hier niet al te vaak een grote rol. Pas in de jaren 70 werd de discriminatie van inheemse Amerikanen een belangrijk onderdeel van Westerns (zowel in Europese als Amerikaanse films).

Career Spaghetti Westerns

Van linksboven naar rechtsonder: Gian Maria Volonté, Klaus Kinski, Clint Eastwood en Lee Van Cleef – Zowel gerespecteerde acteurs die geen carrière meer hadden of jonge acteurs die nog carrière moesten maken braken internationaal door met Spaghetti Westerns.

Stand by Your Man

Als er één groep is die het nogal zwaar te verduren krijgt in Spaghetti Westerns dan zijn dat wel vrouwen. Het zou je waarschijnlijk niet verbazen dat een filmgenre dat gedomineerd werd door machofiguren in de hoofdrollen voornamelijk jonge mannen naar de bioscoop trok. Sergio Leone meende dat als hij naar zijn favoriete Amerikaanse Westerns keek hij vaak een alternatieve versie van het verhaal in zijn hoofd opmaakte. Telkens kwam hij tot de conclusie dat de film een stuk beter zou worden door de vrouwen geheel weg te laten. In veel klassieke Westerns wordt de held vergezeld door een heldin. Zij is de ideale huisvrouw die door dik en dun achter haar man blijft staan. Sergio had een hekel aan dit archetype vrouw, hij vond het meer een symbool dan een personage: “Vrouwen in de woestijn werden historisch gezien als een obstakel voor overleving!”.

Een typisch dorpje in een Spaghetti Western bestaat meestal uit een saloon, kerk, bank, hotel en bordeel. De rol van een vrouw blijft hierdoor beperkt tot hoer, receptioniste of boerendochter. Gezien het gewelddadig karakter van veel mannen worden deze vrouwen heel slecht behandeld. Verkrachting of fysiek geweld is niet zeldzaam. Dat is één van de redenen waarom deze films internationaal als choquerend werden ervaren. Men was dit niveau van geweld tussen man en vrouw niet gewend.

Het is opmerkelijk dat Sergio Leone zelf een belangrijke stap zou zetten in de emancipatie van de vrouwenrollen. In Once Upon a Time in The West (1968) speelt Claudia Cardinale Jill. Zij is een prostituee met een hart van goud die haar oude leven de rug toe keert om met een landeigenaar te trouwen. Wanneer plotseling haar hele gezin wordt uitgemoord weigert ze haar erfenis op te geven, ondanks de vele doodsbedreigingen. Ze is echter bij lange na niet een equivalent van de mannelijke antihelden in de film, nog altijd zijn deze mannen er om haar tegen gevaar te beschermen. In The Great Silence (1968) zien we hoe de Afro-Amerikaanse weduwe Pauline (Vonetta McGee) het heft in eigen handen neemt: ze huurt de beruchte schutter Silence (Jean-Louis Trintignant) in om de dood van haar man te wreken. De twee ontwikkelen als gevolg een interraciale relatie, wat al helemaal uniek is aangezien romantiek geen prominent motief is in deze films. Gek genoeg is Adelita (Martine Beswick) uit A Bullet for The General (1966) een van de meest geëmancipeerde vrouwen uit dit genre. Als handlanger van een bandiet heeft ze hard moeten knokken om een plaats te krijgen in een mannenwereldje. Ze is aanzienlijk sluwer dan al haar mannelijke collega’s, maar ze deelt ook hun sadistische trekjes. Zo moedigt ze een groep mannen aan om een 15-jarig blank meisje te verkrachten. Als arm Mexicaans kind was zij immers verkracht door een rijke blanke man, dus ziet ze niet waarom deze jonge meid een ander lot verdient. Dus zo zie je maar, een dame die gerespecteerd wil worden als een man moet ook bereid zijn om haar handen vuil te maken.

Belle Starr Spaghetti Westerns

The Belle Starr Story (1968) is een van de weinige Spaghetti Westerns die door een vrouw (Lina Wertmüller) werd geschreven en geregisseerd.

Het einde van een tijdperk

De Italiaanse filmindustrie heeft verschillende modes meegemaakt. Eind jaren 50 was de ‘Sandalenfilm’ over de klassieke oudheid het populairste genre, totdat het vervangen werd door de Spaghetti Western. Na een aantal jaar begon men de bekende formule van deze films weer zat te worden. Het genre was gedoemd om te veranderen in een parodie op zichzelf. Zowel Leone als Corbucci waren bezorgd toen in 1970 de Comedywestern They Call me Trinity met Terence Hill en Bud Spencer in première ging. Beide Sergio’s hadden een hekel aan deze film, maar ook beseften ze zich wat dit betekende: het was de film die de Spaghetti Western zou vernietigen en de Italiaanse filmindustrie zou redden. Terence Hill en Bud Spencer waren de pseudoniemen van het komisch duo Mario Girotti en Carlo Pedersoli. In een reeks Westerns (en andere actiefilms) spelen zij twee onverslaanbare strijders. In Nederland stonden ze bekend als de ‘Vier Vuisten dan de Duivel’. Deze films leunden zwaar op fysieke komedie. Door het obsessief eetgedrag van deze personages werden de films in Italië bestempeld als ‘Fagioli Westerns’ (Fagioli = bonen). Deze Fagioli Westerns wisten zelfs de klassiekers van Sergio Leone te overtreffen qua opbrengsten. Leone produceerde in 1973 zelf de film My Name is Nobody, waarin Terence Hill tegenover Hollywoodlegende Henry Fonda speelt. Als iemand de ultieme parodie op de Spaghetti Western moest maken, wie beter dan de man die het genre had uitgevonden?

Een paar films als Four of the Apocalypse (1975) en Keoma (1976) probeerden terug te keren naar de serieuzere toon van de vroege Spaghetti Westerns. Afgezien daarvan was het genre midden jaren 70 al praktisch dood. Tot in de jaren 90 zijn er nog enkele Westens geproduceerd door Italiaanse teams. Franco Nero, de ster van Django (1966), speelde zijn bekende rol opnieuw in Django Rides Again (1987). Naar verluid zou hij momenteel van plan zijn om met zijn oude tegenspeler Tomas Milian een derde film te maken. Hill en Spencer speelden nog één keer samen in Troublemakers (1994).

Geliefde filmgenres sterven nooit helemaal uit. De internationale invloed van de Spaghetti Western is nog altijd te zien aan de talloze hommages binnen onze cultuur. In Rusland werden een aantal films geproduceerd die bekend stonden als Red Westerns, of Osterns. Zo had je ook filmmakers uit verschillende landen die hun eigen films bestempelden als Sauerkraut Westerns (Oost-Duitsland), Ramen Westerns (Japan) of Curry Westerns (India). Het meest opmerkelijke is dat ook Hollywood, de producent van de klassieke Westerns, bewust of onbewust veel elementen heeft overgenomen uit Europese Westerns. Clint Eastwood ontwikkelde zijn beroemde antiheld-persona tijdens zijn samenwerking met Sergio Leone. Dit archetype zou hij later gebruiken voor zijn eigen films als High Plains Drifter (1973) en The Outlaw Josey Wales (1976). Er zijn veel Amerikaanse films die qua stijl een hoop lenen van Spaghetti Westerns: The Wild Bunch (1969), The Mariachi Trilogy (1992-2003), The Quick & The Dead (1995), Django Unchained (2012)…

Red Dead Redemption

Het spel Red Dead Redemption (2010) is zwaar geïnspireerd door Spaghetti Westerns. Het bevat bijzonder veel elementen uit Zapata Westerns.

Amerikaanse Westerns zijn bij lange na niet meer zo populair als vroeger. Af en toe weet een van deze films nog veel publiek te trekken. Meestal zijn dit echter zwaar satirische films of juist hele pessimistische verhalen over antihelden. Het wilde westen staat in de moderne maatschappij niet meer voor hoop en de Amerikaanse droom, zoals in de tijd van John Wayne. Dat Hollywood open stond om zich te laten inspireren door een golf van Europese films toont aan dat ook een zeer traditioneel filmgenre met de tijd mee moet gaan. Kun je een film nog wel een ‘echte’ Western noemen als het niet meer vasthoudt aan de formules die het genre ooit definieerden? De definitie van een Western zal met de tijd steeds veranderen. Het enige wat vrijwel altijd hetzelfde blijft is de setting: de oneindige landschappen van het wilde westen. In de jaren 60 was de Spaghetti Western één van de bewegingen die aansloot op de tijdgeest van jongvolwassenen. Het wist iets uit de Western te halen wat men voorheen nog niet had gezien.

Hierbij wil ik mijn verhaal afsluiten met de tweede helft van Dutch Angle: 10 Spaghetti Westerns die de moeite waard zijn. Lees hier ook het eerste hoofdstuk van deze blog.

Sandro Algra

10 Spaghetti Westerns die de moeite waard zijn: Deel 2 – Dutch Angle