Interview | Hetty Naaijkens-Retel Helmrich | Buitenkampers, Boekan Main

Lees het interview dat Sandra Ekkelboom had met regisseur Hetty Naaijkens-Retel Helmrich over de documentaire Buitenkampers, Boekan Main- Boekan Main.

Op het Nederlands Film Festival ging de documentaire Buitenkampers, Boekan Main- Boekan Main in première. Die leert ons dat de oorlog niet alleen de blanke bevolking van Nederlands-Indië in de interneringskampen trof. Het merendeel van de Indische Nederlanders erbuiten had het niet veel minder zwaar te verduren. Regisseur Hetty Naaijkens-Retel Helmrich is de eerste die over deze buitenkampers een film maakte.

Ik lette netjes op in de geschiedenisles, maar dit verhaal kende ik nog niet. Hoe komt dat?
“Omdat Nederland dit verhaal niet wíl kennen. Terwijl mijn films over het huidige Indonesië allerlei internationale prijzen in de wacht slepen en mijn Indische film Contractpensions de Kristallen Prijs ontving, krijgt mijn werk hier amper aandacht. Omdat het onderwerp te confronterend en pijnlijk is. Nederland lijdt nog steeds aan een postkoloniaal trauma. Ik ben van 1955, en in mijn schooltijd werd er simpelweg over gezwegen. En daar is nog niets aan veranderd.”

Vandaar dus deze documentaire?
“Ja. Niemand kent het verhaal van de buitenkampers. Dat is tragisch. Zoals een mevrouw in de documentaire zegt: ‘Als je het niet weet, ontken je het. En dan ontken je míj ook.’ Het is toch vreselijk dat het voor mensen een eye opener is dat er ook in Indië oorlog was. De belangstelling onder betrokkenen en hun nazaten is wel groot, maar de rest? Het gaat inmiddels wél om een groep van 1,6 miljoen Nederlanders voor wie dit familiegeschiedenis is! Ook voor mij. Ik ben geboren uit een Nederlandse vader, die in een krijgsgevangenenkamp zat, en een Javaanse moeder. Voor beide families trouwde hun kind dus met de voormalige vijand! Een echt Romeo-en-Julia-verhaal. Maar het is ook de geschiedenis van Ernst Jansz van Doe Maar, die de foto van zijn grootouders voor het filmaffiche leverde. Of voor Mark Rutte, wiens ouders in een Jappenkamp zaten. Hij kon helaas niet bij de première aanwezig zijn. Staatssecretaris Martin van Rijn zat wel in de zaal, en leidde de film uitgebreid in. Hartverwarmend om te zien hoe goed hij zich had voorbereid door zich ook te verdiepen in de Buitenkampers-tentoonstelling in het Haagse Museon. Na de staande ovatie stuurde hij een enthousiaste tweet over mijn film.”

Verwacht je dat de politiek nu ook een echt signaal afgeeft?
“Dat hoop ik. Een excuus is op zijn plaats. En erkenning van een groep die nooit heeft bestaan. Als het helden waren die terugkeerden, zoals Soldaat van Oranje Erik Hazelhoff Roelfzema, dan waren het Nederlanders. Maar hadden ze een kleurtje, dan werden ze niet gezien of herkend als Nederlanders. Ik vind het een goede zaak dat Nederland nu eindelijk een uitkering biedt aan een groep vrouwen wier mannen door de Nederlandse soldaten tijdens de politionele acties zijn gedood. Maar dat gaat over inlandse vrouwen. Laat de regering ook eens oog hebben voor buitenkampers. En eindelijk eens de eigen soldaten van het voormalige KNIL uitbetalen, die daar moesten vechten tegen de Japanners. Ronduit schandalig dat dit nooit is gebeurd.”

Welk misverstand moest absoluut worden opgehelderd?
“Dat álle Nederlanders in kampen zaten. Dat waren er van de 350.000 ‘maar’ honderdduizend. Alleen de volbloed-Hollanders of bijna volbloed Hollanders werden gevangen gezet, een veel grotere groep verbleef onder erbarmelijke omstandigheden buiten het kamp.”

Welk verhaal maakte de meeste indruk?
“Het verhaal waarin duidelijk naar voren komt dat de Japanners ook gewoon mensen waren. Een Japanner maakt het mogelijk dat gevangen mannen en hun buitenkampvrouwen elkaar even kunnen weerzien. Een aanwezig kind probeert hij te troosten door haar op schoot te nemen en te vertellen hoe hij zijn vrouw en kinderen mist, die hij al drie jaar niet heeft gezien.”

Is er ondanks dit serieuze onderwerp ook gelachen op de set?
“Ja hoor, bijvoorbeeld om het stille verzet dat buitenkampers leverden toen de Japanners hun dwongen alle Afrikaantjes uit de tuin te halen. In plaats hiervan moesten ze boompjes planten, die olie opleverden voor de vliegtuigindustrie. Dat deden ze uiteraard. Maar wat ze vervolgens niet deden, was die verzorgen. Of ze piesten eroverheen, zodat die boompjes kansloos waren.”

Gaat de film ook in Indonesië draaien?
“Nee, dat gaat niet lukken. Dit is een verhaal over Nederlanders; daar is geen interesse voor. Bovendien wordt de Indonesische geschiedenis daar op dit moment enorm verdraaid. In hun versie hebben Japanse interneringskampen zelfs nooit bestaan, ook al staan de barakken er nog. In die geschiedvervalsing heeft Nederland hen 350 jaar onderdrukt, is Japan de welkome bevrijder en zijn alle Nederlanders laf weggerend. En de poging om de kolonie terug te veroveren, stelde ook niets voor. Zelf zaten ze dus niet fout.”

Ook Hoe duur was de Suiker behandelt het Nederlands koloniale verleden, maar dan in Suriname. Gaan documentaire en film het geschiedenisboek vervangen?
“Dat zou mooi zijn. Als in de geschiedenisles niet het complete verhaal wordt verteld, en een docu of een film dat wel eerlijk en kritisch doet, zoals in Hoe duur was de Suiker, dan vind ik dat prima.”

Sandra Ekkelboom