Recensie | Cuban Fury (Sandro Algra)

‘Zou het niet grappig zijn om een film te maken waarin ik de rol van een danser speel?’. In een dronken bui stuurde Nick Frost deze gedachte per e-mail aan zijn producente Nira Park. De volgende ochtend had hij hier enorm spijt van. Zijn grootste angst bleek te zijn uitgekomen: ze vond het een geweldig idee! Wat volgde waren 7 intensieve maanden waarin hij 7 uur per dag dansles kreeg. Cuban Fury was een grote uitdaging voor hem. Het was een kans om een rol te spelen die mijlenver afstond van alles wat hij tot nu toe had gedaan. Was dit een gouden zet of zou hij voor de rest van zijn leven betreuren dat hij dat mailtje had gestuurd?

Titel: Cuban Fury
Regisseur: James Griffiths
Scenario: Jon Brown
Cast: Nick Frost, Rashida Jones, Chris O’Dowd, Olivia Colman, Ian McShane, e.a.
Speelduur: 98 minuten
Genre: Komedie, Dans
Te zien vanaf: 21 augustus 2014

Je kunt niet wegrennen van het verleden

Als 13-jarige was Bruce Garrett de koning van het salsadansen in heel Londen en omstreken. In de officiële wedstrijden won hij de ene na de andere trofee. Onder vrienden stond hij bekend als de jongen met vuur in zijn hielen en slangen in zijn heupen. Op een avond kwam er abrupt een einde aan zijn liefde voor salsa. Onderweg naar een speciale dansavond liep hij een groep kwajongens vrij letterlijk tegen het lijf. Zij tolereerden dit opdondertje met zijn glitterpak niet: hij werd achtervolgd en in elkaar geslagen. Na deze grote vernedering verdwenen zijn dansschoenen voorgoed in de kast…

10588396_792837197403875_1581814948_o

Op middelbare leeftijd is Bruce (Nick Frost) een eenzame man geworden met flink wat pondjes om zijn middel. Zijn routine is elke dag ongeveer hetzelfde: in de ochtend eet hij een paar pakjes fruityoghurt leeg om vervolgens op de vouwfiets naar zijn werk te gaan. Op het kantoor wordt hij constant gekleineerd door zijn collega Drew (Chris O’Dowd). In de middag slaat hij zijn frustraties van zich af op de golfbaan met zijn twee vrienden die het ook niet bepaald zien zitten in het leven. ‘s Avonds gaat hij naar de kroeg waar zijn zus Sam (Olivia Colman) cocktails voor hem maakt. Zij is zijn oude danspartner en de enige met wie hij zijn problemen nog durft te bespreken.

Op een dag maakt Bruce op het kantoor kennis met zijn nieuwe baas: de jonge Amerikaanse Julia (Rashida Jones). Zij is alles wat hij van een vrouw kan wensen. Het probleem is wel dat de altijd botergeile Drew precies hetzelfde over haar denkt. Met zijn minderwaardigheidscomplex denkt Bruce geen schijn van kans te maken tegen dit alfamannetje. Dit verandert allemaal wanneer hij er achter komt dat Julia in haar vrije tijd fanatiek salsalessen volgt. Deze ontdekking doet zijn grote passie weer ontwaken. Om de draad weer op te pakken spoort hij zijn oude mentor Ron Parfitt (Ian McShane) op. De oude man is verbaasd om kleine Bruce na al die jaren weer in zijn workshop aan te treffen. Hij voelde zich immers verraden vanwege de botte manier waarop zijn beste leerling de laatste keer afscheid nam. Om Julia voor zich te winnen zal Bruce eerst zijn mentor ervan moeten zien te overtuigen dat hij het nog in zich heeft om opnieuw een salsameester te worden.

cuban_fury_47042749_st_4_s-high

Danstherapie

Nick Frost staat vooral bekend om zijn werk met acteur Simon Pegg en regisseur Edgar Wright in de komedieserie Spaced en films als Shaun of the Dead en recentelijk nog The World’s End. De rollen die hij daarin vertolkt vond hij erg makkelijk om te spelen: Simon en Edgar weten immers wat voor soort personages ze voor hem moeten schrijven. Daarom ging Frost voor de verandering op zoek naar een rol waarvoor hij aanzienlijk meer voorbereiding nodig had. Uit principe wilde hij de dansroutines in deze film ook zoveel mogelijk zelf doen. Hoewel hij dit nooit met anderen besprak heeft hij stiekem altijd al een danser willen zijn.

Maar waarom eigenlijk salsa? Ik vroeg me af of dit werkelijk een muziekgenre is waarvoor Frost iets voelt. Zoals in de film wordt opgemerkt ziet hij er namelijk niet uit als het type daarvoor. Dit bevestigde hij onlangs ook in een interview: de man heeft er jarenlang een flinke hekel aan gehad. Vóór zijn carrière als acteur werkte Frost in een restaurant waar dezelfde salsanummers helemaal grijs werden gedraaid. Dit project bood hem niet alleen de kans om van zijn onzekerheid als danser af te komen maar ook om zijn haat jegens salsamuziek te overwinnen. Om eerlijk te zijn kan ik mij hier erg goed mee identificeren: ik groeide op in een huis waar ook altijd salsa werd gedraaid totdat het mijn neus uitkwam. Misschien moet ik hier een keer mijn eigen film over maken. De therapie lijkt in het geval van Frost zijn vruchten te hebben afgeworpen: voor een mollige nerd uit Londen beweegt hij bijzonder soepel.

Hoewel de acteurs allemaal duidelijk heel erg hun best doen zijn de personages die ze spelen en hun dialogen niet altijd even sterk. Voor een komedie heb je al snel het gevoel dat de humor bij vlagen lijkt te ontbreken. Degene die mij nog het meest aan het lachen kreeg was de verwijfde Iraanse danser Bejan (Kayvan Novak) waar Bruce mee bevriend raakt. Eigenlijk is hij een enorme stereotype homo waardoor mij telkens een licht schuldgevoel bekroop wanneer ik om zijn fratsen moest lachen. Drew was een personage dat mij na verloop van tijd flink ging irriteren. Dat ligt niet aan Chris O’Dowd die zijn rol prima speelt: ik ben gewoon niet zo’n fan van pestkoppen, normaal gesproken dan. Ze behoren tot de meest pathetische filmpersonages: zelden hebben ze een leuk karakter en ze doen altijd overdreven veel moeite om iemand anders dwars te zitten, waar ze niks mee lijken te bereiken. Ik vraag me bij de held van een film ook telkens af waarom hij de pestkop niet vanaf het begin al een klap verkoopt. Drew werd ook wel wat interessanter toen hij zich later in de film van een meer kwetsbaarder kant liet zien. Een van de beste scenes is wanneer Bruce en Drew een dansgevecht houden op de parkeerplaats van hun kantoor (met een erg leuk glimprolletje van Simon Pegg).

cuban_fury_47042749_st_6_s-high

De emancipatie van dikke acteurs

Als je mij de vraag voorlegt of ik een dansfilm wil zien hoef je niet op een enthousiast antwoord te rekenen, laat staan bij een film over salsa. Het concept van een dansfilm met Nick Frost klinkt te suf om waar te zijn, maar ook wel grappig. De moeite die hij gedaan heeft voor zijn rol verdient veel lof en het voelt erg verfrissend om eens iemand als hem in dit type film te zien. Hier tegenover staat wel weer een niet al te origineel uitgewerkt plot. Uiteindelijk is Cuban Fury een vrij standaard romantische danskomedie geworden over een buitenbeentje dat worstelt met liefdesproblemen. Ironisch genoeg wordt dit in de film zelf ook opgemerkt. Wanneer Bruce moet uitleggen waardoor hij gemotiveerd wordt om weer te gaan dansen antwoord Ron: “Het gaat altijd om een vrouw”.

Ook nu weer luidt de boodschap van de film: ‘echte schoonheid zit van binnen’. Hoewel Bruce niet bepaald de knapste is kan hij met zijn talent en oprechte persoonlijkheid toch het hart van iedere vrouw veroveren. Ik vraag me af of de film leuker was geweest met voor de verandering eens een minder aantrekkelijke tegenspeelster, of zelfs met een dikke vrouw in de hoofdrol. Dat is toch wat minder vaak gedaan. Nu nog een actrice vinden die deze rol graag op zich zou willen nemen (en een filmproducent die dapper genoeg is om dat script aan zo’n dame voor te leggen).

Sandro Algra