Recensie | Silence (Wouter Greven)

Martin ‘Marty’ Scorsese houdt van verhalen over passie en overgave. De protagonisten in zijn films voeden zich met dromen en reiken constant naar iets dat buiten hun bereik ligt. En eigenlijk is Marty net zo een persoon: het duurde dertig jaar voor hij dit verhaal kon verfilmen. Hij kreeg het boek ‘Silence’ in 1988 als een cadeau en snakte naar een verfilming, maar de filmwereld weerde hem massaal af. ‘Nobody cares’, zeiden alle hoge piefen in koor, bewust van het a-commerciële karakter van het verhaal. Nou luister eens, arrogante geldbeluste wolven, als jullie meelezen, I do care, dus vlucht maar snel naar in jullie lege levens gevuld met minnaressen en business meetings, dan schrijf ik in de tussentijd een stuk over Martin Scorsese’s nieuwe film. Klootzakken.

Titel: Silence
Regisseur: Martin Scorsese
Scenario: Jay Cocks, Martin Scorsese
Cast: Andrew Garfield, Adam Driver, Liam Neeson, Tadanobu Asano, Ciarán Hinds
Speelduur: 161 minuten
Genre: Drama
Release: 9 februari 2017

Enkele noties zijn van belang alvorens ik aan mijn beschouwing van Silence begin. Scorsese’s connectie tot religie is altijd al dubieus geweest. Een voorbeeld hiervan is het epos The Last Temptation of Christ uit 1988. Jezus, zo betoogde Scorsese (of eigenlijk de schrijver van het verhaal, Nikos Kazantakiswas, maar Scorsese droeg de boodschap uit met zijn film), was geen moreel superieur wezen, maar een mens, belast met alle verleidingen en falen die bij het mens-zijn komen kijken. Aardig idee in mijn ogen, en daarnaast erg typisch voor Scorsese, maar vooral de christelijke wereld was minder overtuigd: de depictie van Jezus als een getormenteerde maar barmhartige Samaritaan maakte van de film een schande. Amerikaanse christenen dreigden zelfs met gevaar op bommen in bioscopen, om hun broeders en zusters in de rijen van de bioscoop te beschermen. Waarom? Nou ja, het komt er eigenlijk op neer dat ieder verhaal dat schort aan het christelijke paradigma automatisch fout is, simpelweg omdat het niet strookt met de 2000-jaar oude teksten die in de Bijbel staan. Denk daar in je eigen tijd maar eens over na.

Aan de andere kant was religie voor de jonge Scorsese, toen hij nog geen films maakte, een manier om zijn familie en omgeving te onvluchten: ‘I trusted the church, because it made sense, what they preached, what they taught. I understood that there’s another way to think, outside the closed, hidden, frightened, tough world I grew up in.’ Dit in tegenstelling tot zijn ouders, die jaren eerder de harde hand van de kerk hadden gevoeld in Sicilië en zich dientengevolge in New York afkeerden van het geloof. De jonge Marty was een compleet ander verhaal. Hij was een kleine fantast en een belhamel, een driftig mannetje dat het niet kon laten om grotere dingen in alles te zien. Eerst was dit het katholicisme, een paar jaar later sloot hij zich aan bij de religie van de film. De rest is geschiedenis.

A rumble in the jungle

Het zal niet als een verrassing komen: mijn geloof is verwaarloosbaar. Ik ben opgevoed als een katholiek jongetje, maar ik heb nooit de keuze hoeven te maken tussen geloven en niet geloven, tussen God en geen god. Mijn grootouders maken deel uit van de laatste seculiere generatie. Zij konden nog dom gehouden worden: media als televisie en internet waren afwezig en hun belevingswereld reikte niet verder dan het dorp waarin ze geboren werden. Onze ouders daarentegen zijn reeds producten van de media en technologieën die we nu kennen, en wij (als ik hip zou zijn zou ik hier de term Millennials gebruiken) zijn dit in nóg grotere mate. Als we in dit tempo doorgaan worden mijn kleinkinderen in een fabriek geproduceerd.

Afijn, Scorsese, die natuurlijk wat ouder is, vocht net als mijn grootouders zijn strijd met het geloof nog uit. Veel van zijn films schaduwen dit gevecht: The Last Temptation of Christ dus, maar ook bijvoorbeeld Taxi Driver, Kundun en Cape Fear draaien om een zoektocht naar verlossing en zuiverheid. Neem daarbij in acht dat Scorsese zijn films richt op uitzonderingen en op mensen die de stroom tegemoet zwemmen (Jordan Belfort en Travis Bickle), en op surrealistische verhalen die afwijken van de originele verhalen die erin schuilen (The Last Temptation of Christ en The King of Comedy), en het wordt duidelijk wat Silence rest: in plaats van binnen de lijntjes van het geloof te kleuren zal Scorsese de stem van de afvalligen laten horen, en op zoek gaan naar het verhaal dat de status quo bedreigt, in plaats van versterkt.

Stilte

Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: Silence is niet zozeer een film die ík graag wil zien, al doe ik dat natuurlijk wel (een nieuwe Picasso in een museum om de hoek zou je ook niet zomaar negeren, toch?). Het is vooral een film die Scorsese zélf heel graag wilde maken en die daadkracht spreekt me enorm aan. Laat ik het anders stellen: Silence is een fictief verhaal over passie en geloof; Scorsese’s wens om dit verhaal te verfilmen en de lange weg die hij moest afleggen om de film daadwerkelijk te realiseren is zo echt als de zon die je (hopelijk) ziet als je nu naar boven kijkt. Genoeg geluld, hoor ik u al denken, waar gaat Silence eigenlijk over?

Andrew Garfield (The Social Network) en Adam Driver (Paterson, Girls) voeren de film aan als twee priesters die afreizen van Portugal naar Japan, om daar voltijds op zoek te gaan naar leermeester Ferreira (gespeeld door Liam Neeson, die godzijdank een keer niet op zoek is naar zijn vermiste dochter), en om daarnaast deeltijds het katholicisme te propageren. Geweldige bodem voor een verhaal natuurlijk: twee afgezanten van God die hún god aan de man moeten brengen in een land dat niet gelooft in die God – alsof je een tuin moet aanleggen in een moeras.

Een select publiek

Het probleem ligt bij de acteurs. Andrew Garfield, ook bekend van The Amazing Spiderman, is niet iemand die past in de rol van een priester. Eerlijk is eerlijk, hij kan acteren en volgde in de aanloop naar Silence zelfs een opleiding tot Jezuïeten-priester om bekend te raken met zijn rol, maar zijn uiterlijk steekt simpelweg te modern af tegen de beelden van een middeleeuws Japan. Hetzelfde probleem met Adam Driver: ik ken hem van de serie Girls, waarin hij het excentrieke vriendje van hoofdpersonage Hannah speelt. In die rol floreerde hij, maar het is duidelijk dat een film als Silence hem nieuw is, wat maakt dat zijn optreden ongemakkelijk aandoet.

Daarnaast spreekt vrijwel iedereen – de een beter dan de ander natuurlijk – Engels in Silence, al dan niet met een subtiele Portugese of Japanse tongval. Dit is nagenoeg onoverkomelijk, want het zou zonde zijn als Scorsese zich beperkte tot enkel Japanse en Portugese acteurs. Het geeft de film echter wel een cartooneske draai; het is opzichtig onrealistisch en leidt af van het historische relaas dat verteld wordt.

Dan resten mij voor de rest enkel nog loftuitingen – het is tenslotte toch Scorsese. De fotografie van Silence is uitzonderlijk mooi: de landschappen zijn al overweldigend, maar de manier waarop Scorsese ze vangt en vervolgens uitdrukt in beelden is nog indrukwekkender. Daarnaast weegt de morele lading van het verhaal zwaar, en roept Scorsese vragen op die nog steeds relevant zijn in onze huidige maatschappij (wegen enkele mensenlevens op tegen een geloof dat miljoenen mensen ‘geluk’ verschaft?). Hoewel Silence geenszins zo controversieel is als The Last Temptation of Christ, voegt de film een nieuw hoofdstuk toe aan Scorsese’s kijk op religie, een boek dat helaas nog geschreven moet worden. Zijn daar de rechten trouwens al voor verkocht?

Oké, even serieus. Ik raad Silence aan als je net als ik het gevoel hebt dat je Scorsese een kijkbeurt verschuldigd bent. Waarom? Ik heb zoveel van zijn films geleerd en gehouden in de loop der jaren dat ik het niet over mijn hart kan krijgen om Silence te negeren. Maar, als ik eerlijk ben denk ik dat weinig mensen dit gevoel met mij delen. Laat ik dan nóg eerlijker zijn: in dat geval mag je deze film links laten liggen. Silence is geschikt en de moeite waard voor een select publiek: Scorsese-adepten en mensen die geïnteresseerd zijn in het imperialisme van de katholieke kerk. Ik denk dat dit het moment is om kritisch na te denken tot welke groep je hoort: de ongelovigen of de Scorsese-aanbidders?

Wouter Greven