Recensie | Trumbo (Sandro Algra)

De jaren 40 en 50 waren in de Amerikaanse geschiedenis een tijd van interne wantrouw, het was de tijd van McCarthyisme. Amerikaanse staatsburgers die zich identificeerden met Marxistische standpunten werden al gauw als verraders aan de schandpaal genageld: ‘Elke communist is een Sovjet spion!’. Niet alleen Washington deed actief aan anticommunistische campagnes, in Hollywood werd een dissidentenlijst samengesteld: The Hollywood Blacklist. De beroemde scriptschrijver Dalton Tumbo was een van de ongelukkigen die op de lijst verscheen. Voor hem betekende dit dat hij nooit meer in de filmindustrie mocht werken, niet officieel althans. De biopic Trumbo beleefde in november al zijn Amerikaanse première. Wij Nederlanders moesten echter vijf maanden wachten om het in de bioscoop te mogen zien. In februari maakte Bryan Cranston kans op een Oscar voor beste manlijke hoofdrol, de prijs die uiteindelijk naar Leonardo DiCaprio ging. Lees hier de recensie van Trumbo door Sandro Algra. 

Titel: Trumbo
Regisseur: Jay Roach
Scenario: John McNamara, Bruce Cook (boek)
Cast: Bryan Cranston, Diane Lane, Helen Mirren, Louis C.K., John Goodman, Dean O’Gorman
Speelduur: 124 Minuten
Genre: Drama, biopic
Release: 7 april 2016

De rode spookschrijver

Anno 1947 is Dalton Trumbo (Bryan Cranston) een succesvolle romanschrijver en een van de bestbetaalde scriptschrijvers in Hollywood. Met zijn vrouw en drie kinderen woont hij in een groot huis op het platteland. Hoewel hij een actieve lid is van de communistische partij ziet hij geen conflict tussen zijn ideologie en zijn comfortabele levensstijl. Hij zal echter zwaar moeten bezuinigen, want zijn politieke standpunten zullen hem nog duur komen te staan. In het hele land groeit de angst rond de mogelijke agressie van de Russen. Columnist Hedda Hopper (Helen Mirren) en acteur John Wayne (David James Elliott) zijn felle voorstanders van het idee om politieke dissidenten binnen de filmindustrie het zwijgen op te leggen: ‘Film is een van de krachtigste media, en we mogen niet toestaan dat gevaarlijke meningen onze Amerikaanse waarden beïnvloeden!’. De toenemende problemen om werk te vinden zijn niet Daltons enige zorg. Als lid van een groepje schrijvers met de bijnaam The Hollywood Ten wordt hij door het Huis van Afgevaardigden opgeroepen om te getuigen over Marxistische propaganda in films. Niet mee willen werken zou een gevangenisstraf kunnen betekenen.

Hoe kan Dalton zijn familie nog onderhouden nu hij na al die rechtszaken helemaal blut en werkloos is geworden? Door in het geheim drie keer zo hard te werken als voorheen. De komende jaren zullen hij en al zijn collega’s scripts verkopen onder verschillende pseudoniemen. Het zijn voornamelijk scripts voor B-films, maar werk is nou eenmaal werk. Wanneer twee van Trumbo’s films ook nog eens Oscars in de wacht weten te slepen groeit het besef dat Hollywood gedomineerd wordt door spookschrijvers.

Trumbo

I’m Dalton Trumbo!

Een goede biopic moet uiteraard wel enigszins een trouwe weergave zijn van het echte verhaal. Ik heb begrepen dat de film zeer dicht de werkelijkheid staat, dat komt grotendeels door advies die de filmmakers van de Trumbo familie hebben gekregen. Wel kwam er kritiek op de rol van Edward G. Robinson (Michael Stuhlbarg), die volgens de film zijn eigen collega’s aangeeft bij verhoringen. In werkelijkheid had hij bij die sessies enkel afstand gedaan van het communisme en van vergaderingen die in zijn huis werden gehouden. Een andere grote verandering is het fictieve personage Arlen Hird (Louis C.K.), die eigenlijk een combinatie moet voorstellen van verschillende schrijvers uit The Hollywood 10. Met tien hoofdpersonages was de film uiteraard een beetje te druk geweest.

Een van de grote pluspunten van de film is de zorgvuldig uitgekozen cast. David James Elliott is op een afstand al herkenbaar als John Wayne. Dean O’Gorman (beter bekend als Fili van The Hobbit) vertolkt de iconische filmster Kirk Douglas. Hoewel hij niet dezelfde stem heeft is een goede imitatie en een prominente kin prothese al voldoende om je te overtuigen.

Ik moest eerlijk gezegd wel uit ongemak een beetje grinniken toen Douglas de beroemde woorden “I’m Spartacus!” uitsprak. Het leek mij een beetje gratuit hoe ze dat zinnetje in de film hadden verwerkt, maar ik realiseerde me achteraf wel wat de betekenis daarachter was. De historische epos Spartacus (1960) wordt namelijk gezien als de film die een einde wist te maken aan The Hollywood Blacklist omdat Douglas ervoor koos om Trumbo krediet te geven voor het script. Het werd ondanks felle protesten een kaskraker, en als symbolisch gebaar liep president Kennedy langs een rij demonstranten om een vertoning te bezoeken. Er is echter geen historische basis voor de I’m Spartacus! scene, dat was een toevoeging van Trumbo zelf. Het is een emotioneel moment in de film waarin alle bondgenoten van rebellenleider Spartacus hem unaniem weigeren aan de Romeinen uit te leveren. De onwilligheid om je eigen vrienden te verlinken is een motief dat Trumbo vaker in zijn films verwerkte, zie ook Papillon (1973). Wat dat betreft zou je kunnen stellen dat zijn tegenstanders wel degelijk gelijk hadden als ze meenden dat zijn scripts doorspekt waren met linkse standpunten.

Moet ik de film of de documentaire zien?

In de naam van democratie en vrijheid had de Verenigde Staten zojuist een oorlog gewonnen tegen Nazi-Duitsland. Het is daarom een grote hypocrisie dat veel Amerikanen er vervolgens alles aan deden om ‘Sovjet spionnen’ te ontmaskeren via intimidatie, censuur en het creëren van zondebokken. Het waren methodes die veel weg hadden van het Stalinisme zelf. Trumbo is daarom een film die een zeer belangrijk verhaal vertelt en bovendien benadrukt wat voor een rol bepaalde films voor de Amerikaanse samenleving hebben gespeeld. De echte Kirk Douglas merkte onlangs nog op dat hij zich destijds niet realiseerde wat voor betekenis zijn samenwerking met Dalton Trumbo had.

Een meesterwerk is Trumbo zeker niet. Het wordt op den duur te sentimenteel door de hoeveelheid toespraken die de personages leveren. Het was geen gekke keuze geweest om een paar monologen in de film te laten horen. Dalton Tumbo was immers een krachtige spreker die altijd voor zijn idealen opkwam. Je krijgt echter het idee dat de film voortdurend probeert te benadrukken wat een onrecht de personages wordt aangedaan. Dat was helemaal niet nodig geweest aangezien je als kijker die conclusie ook wel zelf kunt trekken. Ik denk ook dat John Wayne een hele andere versie van dit verhaal had verteld als hij nog had geleefd.

Het is een film die ik vooral aan zou raden aan liefhebbers van klassieke films. En als je dan nog meer wilt weten over dit verhaal: kijk dan ook de gelijknamige documentaire uit 2007. Het voelt niet als een hervertelling van hetzelfde verhaal maar eerder als aanvulling. Het spreekt voor zich dat Cranstons ijzersterke rol een van de redenen is om de film te zien, en wat mij betreft had hij de Oscar ook meer verdiend. Er zijn jammer genoeg al veel films gemaakt over mensen die het opnemen tegen het Amerikaanse systeem. Maar als het om Oscars draait is het toch moeilijk om te winnen van een acteur die het gevecht aanging tegen een beer.

Sandro Algra