Recensie | Captain Fantastic (Guus Tijssen)

Captain America, put your shield to rest, you may retire…Want hier is de volgende “Captain”. Eentje zonder superkrachten, eentje niet uit Marvel’s inmiddels historische verzameling comics. Een superheld wiens beste oneliner is: “Its just a penis, every man has one”. Kan een film die zijn publiek probeert te onderwijzen over de waanzin van kapitalisme en het geloof, een film die handelt over zware onderwerpen als ouderschap en het taboe van de dood, kan zo’n film nog steeds vermaken? Lees hier de recensie van Captain Fantastic door Guus Tijssen.

Titel: Captain Fantastic
Regisseur: Matt Ross
Scenario: Matt Ross
Cast: Viggo Mortensen, George Mackay, Samantha Isler, Frank Langella
Genre: Drama, comedy
Speelduur: 118 minuten
Release: 1 september 2016

Als Ben Cash a.k.a. Captain Fantastic een superkracht zou hebben, dan zijn het zijn zes fantastische kinderen. In een bos ergens in het noord-westen van Amerika voedt hij ze op. Hij volgt een strict dagelijks schema waarin ze allerhande activiteiten ondernemen. Hele normale dingen zoals everzwijnen jagen, een enorme rotswand beklimmen en Tolstoj lezen. Oh en had ik al gezegd dat de jongste zeven jaar oud is? We leren al snel dat hun moeder, Bens vrouw, opgenomen is in een kliniek waar ze wordt verpleegd. Wat later overlijdt ze. De film begint pas echt als deze ongelooflijk intelligente maar ietwat wereldvreemde kinderen, samen met hun vader, een tocht beginnen om naar de begrafenis van hun moeder te geraken. In een grote tot camper omgebouwde bus genaamd “Steve”, vertrekt het gezin.

20000339_79428_still_1_s-high

Nu is dit het moment waar we op hebben zitten wachten. We weten al dat de kinderen super slim zijn. Maar we weten ook dat er iets niet kan kloppen. De standpunten die het gezin inneemt wat betreft corruptie van de overheid en het geloof klinken goed, ze overtuigen snel. Te goed, te snel, de kleine criticus in ons weet dat er iets mis moet gaan. Ondanks dat ze ongelooflijk rationeel denken, ondanks het volledig kunnen uitleggen van de grondwet, ondanks Noam Chomsky-day, zijn deze kinderen totaal onvoorbereid voor de “echte” wereld. De kern van de film zit hem dan ook in de interactie met de buitenwereld. Zo gaat het gezin weg uit een diner omdat er geen “echt eten” word geserveerd en doet de oudste zoon een huwelijksaanzoek bij het eerste meisje dat hij ontmoet. De echte wrijving ontstaat bij Bens zus waar we een compleet normaal gezin tegen komen. Een realistische weergave van een écht gezin, de kinderen mogen niet met hun mobiel aan tafel en zeuren net zo lang totdat ze weer een uurtje op de X-Box mogen spelen. Een enorm contrast natuurlijk met Bens kinderen en fascinerend om te zien.

Nu, al de vragen die de film stelt zijn te gek maar ze werken hem ook tegen. Enerzijds omdat ik uit de film werd gehaald door deze filosofische vraagstukken. Een film als deze zou eigenlijk thuis op dvd gezien moeten worden, zodat hij kan worden stopgezet en er kan worden gediscussieerd. Want vertel je je kind, zeven jaar oud, dat haar moeder zelfmoord heeft gepleegd? Wij als kijkers geïndoctrineerd door Ben Cash rationele visie op de wereld zouden direct ja zeggen. Natuurlijk zijn we eerlijk tegen onze kinderen, toch? En dan komt dat tegenargument, van die hele normale ouders, uit dat hele normale gezin; nee, want het is belangrijk dat kinderen soms gewoon kinderen kunnen zijn en dat ze zich nog niet hoeven bekommeren om problemen van volwassenen. Ook heel aannemelijk. De vraagstukken werken de film anderzijds tegen omdat ik meer wil zien, de opening, het moment voordat het gezin met bus Steve vertrekt, duurt lang. En dat laat minder ruimte voor confrontatie met de buitenwereld en dát is een gemis.

20000339_79432_still_3_s-high

Tegen het eind van de film, wanneer ze bij Bens schoonvader (Langella) komen kalmeert de film wat en wordt hij meer gestructureerd en formulematiger. Dit is jammer want er zat een geweldige spanning in de interactie met de buitenwereld en de verrassende reacties die de kinderen telkens gaven. Ook is Langellas karakter niet goed uitgewerkt en verandert hij van persoonlijkheid naargelang dat de scene past. Van agressief met een boog schieten, tot meegaand, tot spelend met zijn kleinkinderen. Hier zit vast een transitie in, maar deze zien we niet en dat schuurt.

Captain Fantastic geeft je een hoop om over na te denken, maar buiten dat is het ook gewoon een fijne film. Het camerawerk is niet bijzonder of flashy, maar ingehouden en onzichtbaar. De film gaat niet over uiterlijk vertoon. Het spel is fantastisch, het zou mij niets verbazen wanneer Viggo Mortensen zijn tweede Oscar-nominatie binnen haalt, ook al heeft de film waarschijnlijk niet het budget om met de Oscar-campagne mee te doen. En ook de kinderen zijn super, allemaal, zelfs de allerkleinsten. Het helpt waarschijnlijk ook dat regisseur Matt Ross ook vooral acteur én vader is. Die laatste rol inspireerde hem om de film te schrijven.

Captain Fantastic is goed, zowel voor de mensen die naar Into The Wild (2007) refereren als: “door die film kreeg ik zin om te reizen” alsook voor hen die de dvd pauzeren en van een 118 minuten durende film een debat van zes uur maken. Deze superheld, superdaddy, deze vader die zijn best doet om zijn kinderen zo juist mogelijk op te voeden, deze Captain Fantastic, is er voor iedereen.

Guus Tijssen