Cineweek | Waarom IMDB ratings (niet) belangrijk zijn (Martijn Pijnenburg)

Ze zeggen vaak dat iedereen ergens wel een beetje hypocriet is. Ik denk dat hier wel een kern van waarheid inzit. Ikzelf ben het soms namelijk ook, bijvoorbeeld vanwege het feit dat ik een hekel heb aan van die misleidende clickbait titels, maar het wel leuk vind om ze zelf te gebruiken.

Als ik op internet iemand zie refereren naar een recensie, dan volgt daar bijna altijd een reactie op in de trant van:

”Recensies zijn stom! Het gaat om je eigen mening!”

En ze hebben ergens wel gelijk. Een recensie is natuurlijk slechts de mening van één persoon en de beleving van iemand anders kan weer heel verschillend zijn. Al vind je het als recensent desondanks wel leuk als mensen je recensie serieus nemen.

Het stoorde mij daarom wel dat er dit soorten berichten verschenen:

Al is de site in dit voorbeeld sowieso nogal matig 😉

Een serie die nog geen twee maanden geleden gestart is wordt nu al uitgeroepen tot beste serie ooit? En dat alles vanwege IMDB ratings. Wat mij betreft echt belachelijk.

Vandaar dat ik een statement wilde maken dat luidde:

“IMDB ratings zijn nutteloos.”

Al kwam ik er, net als bij 90% van mijn andere ideeën, na 20 seconden nadenken achter dat dit eigenlijk een beetje overtrokken was.

Natuurlijk zijn ratings op IMDB van belang. Ondanks dat er ook veel trollen bij zullen zitten wijst een extreem lage score erop dat een film door de meeste mensen niet goed ontvangen werd. En een hoge score juist op het tegenovergestelde. Daarnaast zegt het feit dat Chernobyl nu al zo´n hoog beoordeeld is toch wel wat over de serie.

Dus ondanks dat statements als “de beste serie ooit” nergens op slaan zijn IMDB ratings wel degelijk ergens goed voor. Hetzelfde als met recensies. Ze kunnen een goede richtlijn zijn, maar

“Trek je eigen conclusie”

En als je toch wilt afgaan op de mening van een ander, kies dan voor een recensie. Dan wordt ons werk ook nog een keer gelezen 😉

Voor meer informatie over IMDb kijk je hier: https://www.imdb.com/

Martijn Pijnenburg