Heb jij een hekel aan mensen die zich bijzonder druk kunnen maken om de kleine details in een film? Mensen die klagen dat Game of Thrones geen realistisch zwaardvechten bevat, dat de dinoâs in Jurassic World niet wetenschappelijk accuraat zijn en dat de apen in Planet of the Apes geen zichtbare piemels hebben. Of misschien erger jij je juist aan hij die dit soort onjuistheden altijd met hetzelfde argument probeert goed te praten: âHet is maar een film!â Aan welke kant sta jij? Dat hangt waarschijnlijk erg af van je interessegebied. Ben je een Ajax-fan die een biopic van Johan Cruijf kijkt, dan zul je waarschijnlijk erg kritisch zijn als die film niet eens de spelregels van voetbal juist volgt. Maar wist jij dat de sterrenhemel aan het einde van Titanic niet klopt? Hoogstwaarschijnlijk is dat feitje je waarschijnlijk ontgaan, of het kan je gewoon niks schelen. Voor een astrofysicus kan dat echter weer een bron van frustratie zijn. Daarom stel ik in deze blog de vraag: Moeten films waarheidsgetrouw zijn?Â
Blog | Moeten films waarheidsgetrouw zijn?
Een kieskeurige biografie
Probeer dit eens: sla een geschiedenisboek open en wijs de eerste de beste politicus, wetenschapper of religieuze leider aan. De kans is groot dat er van hem/haar al een biografische film is gemaakt. Speelfilms zijn een krachtig medium om waargebeurde verhalen uit te beelden. Waarom zou je de biografie van Stephen Hawking lezen als je net zo goed een avondje naar de bioscoop kunt gaan om Eddie Redmayne in deze rol te zien? Binnen twee uur sta je weer buiten en weet je precies genoeg over wat je van Hawking zou moeten weten⊠dat zou je denken althans.
Het is onmogelijk om het hele leven van een persoon in de gebruikelijke 90-180 minuten van een speelfilm te comprimeren. Je zult nooit elk detail uit zij leven erin kunnen verwerken. Maar we  weten ook dat dit niet de bedoeling is van de filmmaker. Het doel van een biopic is om de essentie van iemands levensverhaal te grijpen. Wij kijken niet naar een film als The Theory of Everything om Stephen Hawking zijn natuurkundige formules te zien uitschrijven, we zijn meer geĂŻnteresseerd in wat hem als persoon op dat moment dreef⊠tenzij je zelf een wetenschapper bent misschien, maar die groep is redelijk klein. Filmmakers hebben ook de âslechteâ gewoonte om bepaalde aspecten van iemands leven te overdrijven, te veranderen of om zelfs geheel nieuwe dingen erbij te verzinnen. Met een mooi woord heet dit ook wel âromantiserenâ. Is dat een probleem op zich? Zou je zeggen dat dergelijke artistieke vrijheden respectloos zijn richting de mensen die je uitbeeldt? Of zou je eerder vertrouwen op het vermogen van de kijkers om films van de werkelijkheid te onderscheiden?
De vertekende werkelijkheid
Als ik de naam T.E. Lawrence hoor is er Ă©Ă©n beeld dat meteen in mijn hoofd opkomt. Ik zie Peter OâToole voor me in Arabische kledij. Zijn rol in Lawrence of Arabia (1962) is zo iconisch dat de gemiddelde filmganger eerder bekend zal zijn met het personage dan met de echte Lawrence. OâToole speelt een excentrieke militair die graag in het middelpunt van de belangstelling staat en een grote aanleg heeft voor zelfvernietiging. Als onwetende filmliefhebber kan ik mij moeilijk voorstellen dat de film zo interessant was geweest zonder deze egocentrische antiheld als hoofdpersoon. Maar ten tijden van de premiĂšre was niet iedereen blij met deze weergave. Bij een vroege vertoning stond een man woedend op uit zijn stoel om de zaal uit te stormen: âIk had jullie nooit moeten vertrouwen!â. Dat waren de woorden van professor A. W. Lawrence. Hij meende zijn eigen broer niet in de film te herkennen en noemde de persoonlijkheid van het personage âhet meest rauwe exhibitionismeâ.
Of het nou historisch accuraat is of niet, Lawrence of Arabia is de filmgeschiedenis in gegaan als een absolute klassieker. Maar had professor Lawrence gelijk toen hij het aanviel wegens het onjuist vertegenwoordigen van een familielid? Je zou kunnen argumenteren dat hij als nabestaande niet tot het juiste publiek behoorde. Misschien waren de persoonlijke details zo belangrijk voor hem dat hij er niet meer toe in staat was om met een objectieve blik van de film op zich te genieten. Maar dan blijft nog altijd de vraag: kan een filmmaker te ver gaan bij het toepassen van artistieke vrijheden, zeker als het om een historisch figuur gaat?
Ik stelde mezelf die vraag na het zien van de Darwin biopic Creation (2009). Destijds was ik bijzonder geĂŻnteresseerd in het leven van Charles Darwin, en hoe hij op de evolutietheorie was gekomen. De film was een melodrama die vooral de nadruk legde op de relatie met zijn gezin en het verlies van zijn geloof. Principieel had ik daar niets op tegen, maar de grootste teleurstelling kwam toen het personage T.H. Huxley zijn entree maakte. âIs dat Toby Jones!?â dacht ik âDat kan niet! Toby is een goede acteur, maar hij is veel te klein en veel te oud om een jonge Huxley te spelen.â Mijn teleurstelling veranderde al snel in plaatsvervangende schaamte toen Huxley zijn mond open deed: âMeneer Darwin, of je bent niet eerlijk tegen jezelf of je begrijpt jouw eigen theorie niet. Jij hebt God gedood!â Deze schaamte voelde ik omdat ik wist dat de echte Huxley een gerespecteerde en gepassioneerde voorstander was van Darwins theorie. Een agressieve criticus van het geloof was hij echter niet, verre van zelfs: hij was de bedenker van het woord âagnostâ.
Tobey Jones als T.H. Huxley in Creation (2009)
Ik ontdekte al snel dat deze weergave van Huxley al een discussiepunt was. Sommige kijkers verdedigden de filmmakers in hun keuze: âDeze Huxley lijkt weliswaar niet op de echte, maar het was nodig om hem te veranderen. Men had immers een personage nodig dat Darwin kan vertellen wat de implicaties zijn van zijn theorie.â âMaar het woord ânodigâ is wel erg sterk uitgedrukt,â dacht ik bij mezelf âkonden de filmmakers niet iets anders bedenken om dit punt te maken?â Creation is uiteindelijk een film die als doel heeft om Darwins menselijke kant te belichten. Als je dan besluit een van zijn bekendste collegaâs neer te zetten als een karikatuur van een kwaadaardige atheĂŻst ondermijn je de boodschap van je eigen film.
Films en geeks
Toen ik The Hobbit trilogie (2012 – 2014) keek was er Ă©Ă©n klacht van andere kijkers die mij steeds meer op ging vallen, namelijk: âLegolas overtreedt de alle natuurkundige wetten met zijn acrobatische stunts.â Zo schiet dit personage zijn pijlen met gemak op honderden meters afstand raak en kan hij net als Super Mario over vallende tegels omhoog rennen. Je zou denken dat niemand hier problemen mee zou moeten krijgen als het gaat om The Hobbit. Het is immers een fantasiefilm: de makers streven duidelijk niet naar realisme. Voordat je over dit punt in discussie gaat moet je wel onderscheid kunnen maken tussen iemands behoefte voor realisme en het belang dat gehecht wordt aan geloofwaardigheid. Ook een fantasiefilm moet zich namelijk houden aan bepaalde regels. Zonder regels heb je geen verantwoordelijkheden, en een verhaal waarin geen verantwoordelijkheden genomen worden is geen goed verhaal. Road Runner tekenfilms staan er juist om bekend dat ze losjes omspringen met de natuurkundige wetten, dat is ook waar de humor grotendeels uit voort komt. Ook al is The Hobbit rijk aan surrealisme, het kent niet Road Runners tekenfilmachtige uitstraling die ervoor moet zorgen dat je de verwaarlozing van realisme op dit gebied eerder accepteert.
Zeker met de komst van het internet kun je stellen dat geeks een prominentere stem hebben gekregen in de filmwereld. Astrofysicus Neil deGrasse Tyson had jaren geleden een lang lopende discussie met regisseur James Cameron. Neil merkte namelijk dat Camerons hit film Titanic (1997) een grote historische fout had: de sterrenhemel in Ă©Ă©n shot was niet historisch accuraat.
De gemiddelde filmganger zou Neil Tyson waarschijnlijk zien als een zeurpiet, die het niet kan laten om jouw filmervaring te verpesten met zijn triviale feitjes: âWat maakt het in een romantische drama als Titanic nou uit of de sterrenhemel klopt?â Toch lijkt het gezeur van Neil op zichzelf een groot publiek te trekken. Op Twitter wordt hij door zijn volgers regelmatig gevraagd om science fiction blockbusters als Interstellar (2014), The Martian (2015) en Gravity (2013) onder de loep te leggen. Dit zegt niet alleen iets over moderne geek cultuur, maar ook over film cultuur in het algemeen. Wij maken historische films als Titanic en sci-fi films als The Martian, niet alleen voor entertainment. Wij maken dit soort films omdat het fascinerende verhalen zijn. Of we het willen of niet, films zijn een soort tweede realiteit voor ons. Daarom hangt een goed verhaal voor een belangrijk deel af van geloofwaardigheid. Als wij een imperfectie in een film zien kan dit ten koste gaan van die geloofwaardigheid. Misschien erger jij je aan de gaten in het plot van Back to the Future (1985), of vind je Supermans daden in Batman v Superman: Dawn of Justice (2016) niet passen bij wie hij als personage moet voorstellen. Om diezelfde reden kunnen kleine afwijkingen van de werkelijkheid soms leiden tot een slechte film.
Neil deGrasse Tyson en de sterrenhemel in Titanic (1997).
Verantwoord romantiseren
Een historische film maken die voor 100% waarheidsgetrouw is lijkt een bijna onmogelijke taak. Daarom is het ook gebruikelijk om te zeggen dat een film GEBASEERD is op een waargebeurd verhaal, niet dat het daadwerkelijk een waargebeurd verhaal is. Sommige filmmakers kiezen er zelfs voor om zich verder van de werkelijkheid te distantiĂ«ren. Zo begon Danny Collins (2015), een film over een popzanger die contact zoekt met zijn vervreemde zoon, met het bericht: âThe following is kind of based on a true story â a little bit.â Geen van de personages in die film zijn vernoemd naar de mensen waar ze op geĂŻnspireerd zijn. Op die manier loop je ook veel minder risico dat je een vertekend beeld van de werkelijkheid creĂ«ert. Bij bepaalde films is het veranderen van een naam echter geen reĂ«le optie. In Danny Collins had de hoofdpersoon makkelijk met iemand anders ingeruild kunnen worden. Maar als je een film maakt over de Arabische opstand in 1916â1918, gebaseerd op de autobiografie van T.E. Lawrence, is het moeilijk om het belangrijkste ingrediĂ«nt daarvan te missen. Zo kun je ook niet een serieuze film maken over Wereldoorlog II, en de naam van de leider van Duitsland veranderen naar Rudolf Fidler, dat zou gewoon niet werken.
Er zullen altijd verhalen zijn die zich meer lenen voor romantisering dan andere. Als je een van de vele westerns kijkt over het leven van Wyatt Earp dan hoor je eigenlijk al te weten dat je een grotendeels fictief verhaal voorgeschoteld krijgt. De meeste filmliefhebbers weten nou eenmaal dat de Amerikaanse western over het algemeen gebruikt wordt voor het vertellen van actie-avonturen mythes. Wyatt Earp mag dan wel een echt persoon zijn geweest, maar hij is minstens net zoveel een legende. Is T.E. Lawrence dan ook zoân legende die een verantwoorde verdraaiing van de geschiedenis toelaat? Regisseur David Lean vond blijkbaar van wel.
In een meer âserieuzeâ verfilming is het allerbelangrijkste dat het totale verhaal in essentie klopt. Het laten kloppen van de kleine details heeft wat dat betreft minder prioriteit. Het blijft een grijs gebied om te bepalen wanneer een verhaal zich leent voor romantisering. Als filmmaker ben je zeker niet verplicht om je publiek te informeren. Maar als je het toch in je hoofd haalt om het minder nauw te nemen met de werkelijkheid is het handig om jezelf de vraag te stellen: âIs het dan wel verantwoord om mijn publiek te misleiden?â Als een filmmaker niet een zekere verantwoordelijkheid neemt met zijn onderwerp, dan is het de taak van de bloggers, historici en geeks om die filmmaker met de waarheid te confronteren.
Sandro Algra