Dit interview is eerder gepubliceerd in de Dagkrant van het Nederlands Film Festival 2015.
Als er een succesverhaal uit Nederland is, dan is het wel die van Justin van der Lek. Na het maken van enkele games ging hij in 2006 op goed geluk met zijn vrouw naar Hollywood om carrière te maken als Visual Effects, VFX, artiesten. Negen jaar later hebben ze een waslijst aan topfilms op hun CV staan. Met voor Van der Lek bovenaan: Star Wars: The Force Awakens.
Justin van der Lek – VFX Showreel 2011 from Justin van der Lek on Vimeo.
1 Killzone 2 (2005)
“In Nederland was er geen opleiding met een directe aansluiting voor visual effects. Daarom ben ik grafisch ontwerp aan het Lyceum in Utrecht gaan studeren. Het belangrijkste is namelijk om je creatieve oog te ontwikkelen. Dat geldt zowel voor films als voor games. Het mooie aan Killzone 2 is dat het een filmische game is. Ik was dan ook al fan van deel een. Bij het maken van dergelijke games ligt de nadruk niet alleen op het creëren van een filmbeleving in beeld, maar ze huren ook een componist in voor de muziek en acteurs spreken stemmen in. Aangezien film mijn obsessie is, trok dat mij enorm aan.”
2 Pirates of the Caribbean: Dead Man’s Chest (2006)
“In 2006 ben ik op goed geluk met mijn vrouw, Jacqueline Makkee van der Lek, naar de Verenigde Staten gegaan. Dat is eigenlijk bizar. Met mijn kleine portfolio ben ik op deuren gaan kloppen. Wat eigenlijk heel naïef is. Eén studio zei toen ‘ja, ziet er best ok uit.’ Daar ben ik onofficieel binnen geloodst. Ze mochten me nog niet vertellen voor welke film het was, maar ik zag al een piratenboot en Johnny Depp op het scherm. Dus zo onduidelijk was het niet. Mijn tijd daar was vooral veel leren en knallen. Iedereen deelt technieken met elkaar, want je kunt niets alleen doen. Dat creëert een aanstekelijke energie. Aangezien Jacqueline en ik voor drie maanden hadden gespaard, gingen we daarna weer naar Nederland. Toen Pirates 2 echter een Oscar won, wilde het bedrijf me wel terug halen en een traineevisa voor me regelen. Wat overigens niet betekent dat je set for life bent. Daarna bleef ik dus bezig met mijn eigen vaardigheden en skillset verbreden.”
3 The Darjeeling Limited (2007)
“Wes Anderson is een aparte regisseur, maar hij weet duidelijk weet wat hij wil. Hij let echt op de kleine details. Zo was er een art director die had voor een scène een boek neergelegd. Daar was Wes niet tevreden over. Wij moesten daar dus een ander boek neerleggen met visual effects. Al noemen dat ook wel invisible effects, omdat niemand het ziet. In iedere film zitten wel enkele van dat soort visuele effecten. Zoals wolken die weggehaald moeten worden. Het leukste aan The Darjeeling Limited was misschien wel dat Wes gewoon naast je kwam zitten en samen de shots doorliep. Dat was voor mij de eerste keer. Het is heel verrijkend om zo met een regisseur samen te kunnen werken. Hij heeft zo’n goed oog voor detail, waardoor je dieper gaat nadenken over wat je creëert. Zo ontleed hij eigenlijk ieder element om het beste beeld te krijgen.”
4 Gran Torino (2008)
“Gran Torino was een bijzonder project. Clint Eastwood had de film zelf gefilmd en het was helemaal niet de bedoeling om hier visual effects aan toe te voegen. Zijn beelden waren dan ook heilig. Hij vond een scène echter niet lekker lopen, daarom kwam hij bij ons. Zo wordt er in de film iemand neergeschoten, alleen zorgde die scène niet voor het gewenste effect toen Eastwood die beelden terugkeek. Wij moesten daarom de impact van de wonden en kogelschoten versterken. Een klusje van slechts een paar shots. Toch kwam hij hiervoor langs. Dat is het voordeel van Los Angeles, want iedereen zit in de buurt. Sommige regisseurs weten niet wat ze willen, maar Eastwood wist precies wat hij nodig had. Hij is goed op de hoogte van de mogelijkheden qua visual effects. In totaal zal hij niet meer dan een uur bij ons op kantoor zijn geweest. Dat ik feedback van hem heb kunnen krijgen is ongelooflijk. Hij is een legend. Zoiets vergeet ik nooit meer.”
5 Iron Man 3 (2013)
“Mijn grootste aandeel aan Iron Man 3 was de Air Force One crash. Daarin redt Iron Man een voor een de passagiers. Ik werkte voor de derde keer als supervisor digital environment. Samen met mijn supervisor visual effects hadden we voorbeelden bekeken, maar die waren niet overtuigend genoeg. Dus besloten we de scène echt te filmen. Daar komt veel bij kijken en heeft me mijn eerste nominatie opgeleverd. Namelijk voor de Visual Effects Society Award. Gezien die Award van je collega’s komt, was dat echt een hele eer. De VFX heeft overigens nog geen vakbond. Dan krijg je voor de aftiteling per afdeling soms maar tien namen die je mag plaatsen. Slechts 70% van de mensen die aan een film hebben gewerkt, zijn dan terug te vinden. Voor de aftiteling van The Avengers stonden Jacqueline en ik voor het eerst beiden op de credits. Dat was toch wel bijzonder. We hebben vaker aan dezelfde producties gewerkt, al zit hier vanwege de verschillende takken waarin wij werken altijd een paar maanden tussen. Wel kan ik haar af en toe plagen met haar werk. Zo heeft ze aan het kostuum van Loki gewerkt en dan treiterde ik haar dat ik iets in de nabewerking zou aanpassen.”
6 The Hobbit: The Desolation of Smaug (2013) & The Battle of the Five Armies (2014)
“Ik ben zelf een groot Lord of the Rings-fan, dus ik hoopte al dat er ooit een Hobbit-film gemaakt zou worden. Toen ze mij benaderden zei ik maar al te graag ja. Peter Jackson nam alle delen direct achter elkaar op, dus 80% was al gefilmd toen Jacqueline en ik naar Nieuw-Zeeland vlogen. Zij heeft overigens niet aan deze film gewerkt, maar is gezellig met mij meegegaan. Het meeste werk voor mij lag op kantoor. Een setbezoek was in die zin ook niet nodig. Onofficieel zijn we er echter vaak geweest. Je zou bijna kunnen zeggen dat ik als een method actor te werk ging: ik luisterde naar de soundtracks, keek de films en liep rond bij Mount Doom. Als je ’s ochtends de auto pakte, zag je overal hobbithuisjes. Ik voelde me gewoon een hobbit, haha. Dat was een hele aparte ervaring. Alle effecten moesten we trouwens ‘from scratch’ maken. Een Ctrl+Alt+draak-knop bestaat niet. Wel konden we designs uit Jackson’s vorige films opnieuw toepassen. Daar zit natuurlijk een lijn in. Opmerkelijk was dat er op deze set een enorme fusie van kunsten was: iedereen werkte samen. Normaal gesproken staan al die disciplines verder van elkaar. Wat ik doe voor ontspanning? Je bedoelt buiten films? Dat is eigenlijk de ‘vloek’ van werk willen maken van je passie, haha. Maar ik kan nog steeds ontzettend genieten in een bioscoop. Daarbuiten hou ik van dansen. Dat was in Nederland al een hobby van mij. Wat leuk is, is dat ik net bij ILM, Industrial Light and Magic, werkte en toen ze nog iemand zochten die de dansmoves van Michelangelo kon uitvoeren in Teenage Mutant Ninja Turtles uit 2014. Met de computer had het toch niet het gewenste effect. Daarom ging ik dansen in zo’n bolletjespak. Ik heb inmiddels dus ook mijn filmdebuut gemaakt, al weet niemand dat ik het ben. Als je me dat als zestienjarige had verteld, had ik het nooit geloofd. Het is nog steeds bizar.”
7 Star Wars: The Force Awakens (2015)
“Als 11-jarige jongen zag ik mijn eerste Star Wars film en wist ik dat ik visual effects wilde maken. Het is dan ook bijzonder dat mijn carrière als het ware full circle komt. En dat ik kan samenwerken met een van mijn ‘Masters’! Dat had ik nooit durven dromen, want ik wist niet eens dat ze ooit een nieuwe film in de reeks zouden maken. Ik leef nog steeds in een droomwereld. Inhoudelijk kan ik er verder helaas niets over zeggen. Dat geldt ook voor mijn toekomstige projecten. Ik heb wel wat op het oog, maar dat hangt tevens samen met of ik samen met Jacqueline kan zijn. Of ik nog naar Nederland kom, durf ik niet te zeggen. Toen we voor de tweede keer naar Amerika kwamen, waren we niet van plan om langer dan anderhalf jaar te blijven. Maar ik ben verslaafd geraakt aan de grote producties. Zeker met dit specifieke vak, moet ik toch in de V.S. zijn.”
Heb je een meest opmerkelijke buitenlandse filmervaring?
“Dat zijn er meerdere. Zoals toen ik weer eens in de Nederlandse bioscoop naar een film ging waar ik zelf aan gewerkt had. Je ziet je naam op de aftiteling voorbij komen en de zaal heeft geen idee dat jij het bent. Dat geeft me toch wel kippenvel. De tofste is waarschijnlijk dat ik vaak Paul Verhoeven in een café zag, tegenover de studio waar ik werkte. Hij is een inspiratie voor mij geweest. Op een gegeven moment stond ik achter hem in de rij en toen heb ik hem toch maar op de schouder getikt. Dankzij hem heb ik mijn droom waar kunnen maken, dus daar heb ik hem voor bedankt. Later hebben we ook nog eens samen geluncht.”
Je hebt natuurlijk veel in de V.S. geleerd van het vak. Wat denk je dat ze van ons in het buitenland kunnen leren?
“Nederlanders zijn best avontuurlijk. We houden van uitdagingen en zijn echte reizigers, daar zijn Jacqueline en ik een goed voorbeeld voor. Ook weten we ons aan te passen, waardoor we goed kunnen integreren. Hierdoor zijn we all-round en dus multi-inzetbaar. Zoals gezegd was er in Nederland geen specifieke opleiding. Ik heb mezelf toen van alles aangeleerd, waardoor ik op meerdere gebieden in visual effects werk kan leveren. Dat is allemaal in ons voordeel. Als ik het specifiek met Amerika vergelijk, dan zijn we ook heel cultuurrijk opgevoed. De Verenigde Staten zijn een heel jong land en hebben eigenlijk alle kennis en cultuur uit andere landen gehaald. Zo wordt de Nederlandse schilder Rembrandt vaak als voorbeeld genomen, omdat hij een meester is in licht. Ik ben dan een van de weinige die zijn werk daadwerkelijk gezien heeft. Die kennis is heel belangrijk en daar heb ik nu af en toe een beentje mee voor.” IV