Recensie | The Grand Budapest Hotel (Immy Verdonschot)

Wes Anderson is inmiddels een geliefde naam in de filmindustrie. Met eerdere films als The Royal Tennenbaums, The Darjeeling Limited, de stop-motion Fantastic Mr. Fox en slechts twee jaar geleden het schattige Moonrise Kingdom, opende hij afgelopen jaar het Berlijns Film Festival met The Grand Budapest Hotel. Het is inmiddels al zijn achtste film, welke een mix van komedies uit de dertiger jaren en van verhalen en memoires van de Weense Stefan Zweig is. Ja, The Grand Budapest Hotel vormt het heerlijke kersje op zijn werk tot nu toe.

Titel: The Grand Budapest Hotel
Regisseur: Wes Anderson
Scenario: Wes Anderson
Cast: Ralph Fiennes, Tony Revolori, F. Murray Abraham, Mathieu Amalric, Adrien Brody, Willem Dafoe, Jeff Goldblum, Harvey Keitel, Jude Law, Bill Murray, Edward Norton, Saoirse Ronan, Tilda Swinton, Tom Wilkinson, Owen Wilson
Speelduur: 101 minuten
Genre: Komedie, Avontuur
Release: Vanaf 13 maart in de bioscoop

Het Grand Budapest Hotel is een gerenommeerd Europees hotel dat onder leiding staat van de legendarische conciërge M. Gustave (Ralph Fiennes). Met zijn piccolo en beste vriend Zero Moustafa (Tony Revolori) maakt hij vele avonturen mee. De belangrijkste is de diefstal en vervolgens opsporing van een Renaissance schilderij van onschatbare waarde. Daarnaast speelt de strijd om een aanzienlijk familiefortuin waar Gustave een belangrijke rol in speelt. En dat gebeurt allemaal tegen de achtergrond van een dramatisch veranderend Europa, tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog.

Een wonderlijke wereld

Anderson heeft het voor elkaar gekregen om weer een wonderlijke wereld te creëren. Gezet tegen de achtergrond die gespiegeld is aan de Oost Europese geschiedenis, kun je het zo leuk niet bedenken of Anderson komt ermee. Dat begint al met de opening, waarbij hij gebruik maakt van stop-motion. Het mogen dan misschien korte stukjes in de film zijn waar je dit tegenkomt, maar het voegt net dat beetje speelsheid toe aan een verhaal dat een toch wat serieuze achtergrond heeft. Zo leven M. Gustave en Zero in de jaren dertig waar het fascisme al te merken is. Met de herkenbare elementen die hierin te vinden zijn, zijn het de unieke personages en het prachtige kleurgebruik die het verhaal luchtig weten te houden.

The Grand Budapest Hotel

Kleurvolle personages

Of het nu de in tweed gehulde schrijver (zowel Jude Law als Tom Wilkinson) is, de in paars geklede helden van het verhaal (Fiennes en Revolori), de in zwart gehulde bad guys (Adrien Brody en Willem Dafoe) of een van de vele andere personages, allen zijn ze even kleurvol. Dit wordt duidelijk bij de eerste blik. Niet alleen hun kleding, maar zeker ook hun uitspraken zijn een genot. Geen enkel personage kan je vervelen of te veel worden. Zo kan Gustave alles heerlijk verwoorden en gebruikt hij meerdere malen gedichten om zich uit te drukken. Een personage dat overigens gebaseerd is op een vriend van Anderson. Hij verzint de mooiste metaforen en uitdrukkingen om gebeurtenissen te beschrijven, maar kan die positiviteit ook aan de kant schuiven met een simpel “Oh, fuck ‘em.”

Verhaal in een verhaal in een verhaal

Er wordt een aantal keer gesprongen in de tijd. Zo begint de film met een schrijver op leeftijd, waarna we worden meegevoerd naar zijn verhaal. Jude Law vertolkt de jonge jaren van de schrijver. Erg vermakelijk is deze eerste sprong in de tijd vanwege de vertelwijze. Het is in principe alsof Law zijn verhaal in dit gedeelte voorleest, met een voice-over waar de personages hun eigen tekst zeggen. Opvallend is ook het kader. Waar dit (tweede) gedeelte in vol breedbeeld is te zien, wordt hier tevens een stap terug in de tijd genomen. Naar de jaren dertig, waar het hoofdverhaal zich afspeelt. Volg je het nog? Bij dit verhaal over Gustave wordt het beeld aangepast naar het ‘oude’ vierkante scherm, zoals we gewend zijn van oude films (en televisies). Zo voelt de film nog levendiger en speelser aan.

De grandeur van het Grand Budapest Hotel

Wat misschien nog het meest aanstekelijke van de film is, is het hotel. Met hun paarse hotelmedewerkers, de rode muren, prachtige blauwe spa’s en grootse ruimtes waan je je zo in het hotel. Je eerste blik op dit hotel laat een vergane glorie zien en de leegheid die het veranderende Europa heeft achtergelaten. Des te imposanter is het om daarna terug te gaan in de tijd en deze grandeur alsnog te kunnen aanschouwen in een werkend bedrijf. Het hotel vervult in die zin een belangrijke rol: Gustave heeft een reputatie hoog te houden als ook het hotel zelf. Hij is de belichaming van het hotel en vice versa. Hoe belangrijk het hotel is komt ook buiten de film naar voren. Zo kun je een leuk voorproefje zien of wat leren over de achtergrond van het hotel en de locatie op de officiële site van de film of via Akademie Zubrowka.

The Grand Budapest Hotel

Van orgels tot balalaika’s

Je hoort zelden een soundtrack die zo vrolijk als ook onheilspellend kan zijn als deze van The Grand Budapest Hotel. Van trage orgelmuziek bij een achtervolging, naar hogere tonen van het orgel wanneer er onverwachts gerend moet worden. Het zorgt niet alleen voor de passende emoties bij de scènes, maar weet ook perfect de snaar te raken om voor een komische noot te zorgen. De sfeer van de film wordt misschien wel het beste ten gehore gebracht tijdens de aftiteling met vrolijke balalaika’s. Blijf hier ook vooral even voor zitten, want je hoeft niet lang te wachten tot een bijpassend poppetje in Oost-Europese klederdracht ons zijn volksdans laat zien. Je loopt gegarandeerd met een glimlach de zaal uit!

The Grand Budapest Hotel is een heerlijke film die springt tussen tijden en vertelvormen. Het kleurrijke verhaal zit vol avontuur, spanning en humor, waardoor je aan een stuk door zit te genieten. Alles is tot in de puntjes verzorgt en de acteurs gaan op in hun personages. Daarnaast zorgt het veranderende Europa voor een mooie extra laag, maar wordt het nooit te serieus om je eraan te kunnen storen. Met een locatie, personages en soundtrack als deze kun je niet anders dan genieten van de wonderlijke wereld van Wes Anderson.

Xoxo,

Immy.