Blog | Remake Mania Deel 1: Waar staan we nu? (Sandro Algra)

Vijf jaar geleden schreef ik een blog waarin ik voorspelde dat het slechts een kwestie van tijd is voordat de Hollywood remake rage (ofwel Remake Mania) zou overwaaien? Hoe staat het er nu dan voor? ‘Hollywood heeft geen originele ideeën meer’ is een mening die ik maar al te vaak heb gehoord. En ik kan niet doen alsof hier geen kern van waarheid in zit. Als je een top 10 bekijkt van de meest succesvolle films van 2019, dan zie je vier superheldenfilms, vier Disney sprookjes, één Star Wars film en een Jumanji sequel. Al deze films zijn gebaseerd op bestaand materiaal, en maar liefst zeven hiervan zijn gedistribueerd door Disney! Nu Mickey Mouse bezig is met het verorberen van elke grote franchise in Hollywood is Remake Mania verre van voorbij. Daarom besloot ik maar om mijn oude blog een moderne update te geven, want vijf jaar is in Hollywood termen lang genoeg om een succesvolle remake te garanderen. Sterker nog, laten we mijn verhaal de Hobbit behandeling geven en het uitbreiden over twee blogs! Aan het einde hoop ik de vraag te beantwoorden: wanneer komt er nou een einde aan deze Remake Mania?


Lees ook mijn eerdere blog: Wat is er mis met een remake?


Childhood ruined?

In 2015 was ik van mening dat de negatieve reacties rond remakes vaak overtrokken zijn. Ik begreep bijvoorbeeld niet waarom de 2014 versie van Robocop werd weggezet als de zoveelste belediging van een geliefde klassieker. Voor mij was het juist een zeer vermakelijke actiefilm die toch wat meer intelligente onderwerpen aansneed dan de gemiddelde blockbuster. Paul Feigs Ghostbusters uit 2016 werd door fans de grond in geboord vanaf de dag dat de film werd aangekondigd. In mijn recensie van die film maakte ik duidelijk dat de humor veel te wensen overliet. Maar toen ik de halfvolle bioscoopzaal uitliep zag ik een woedende fan met een Ghostbusters t-shirt die beweerde dat hij zich ‘lichtelijk verkracht’ voelde door de film. “Waar komt deze haat toch vandaan?” dacht ik toen. Ik vond het ook erg oneerlijk hoe de woede grotendeels was gericht tegen de (grotendeels vrouwelijke) cast, terwijl de vier getalenteerde actrices duidelijk hun best deden om iets te maken van een niet al te sterk script.

Blog | Remake Mania Deel 1: Waar staan we nu? (Sandro Algra) | Ghostbusters

Ghostbusters (2016) verloor $125 miljoen bij de box office. Plannen voor een sequel werden daardoor geschrapt.

Nou moet ik ook toegeven dat ik deze remakes mogelijk verdedig uit de behoefte om tegendraads te zijn. Om eerlijk te zijn betekenen de originele Ghostbusters (1984) en Robocop (1987) gewoon niet zoveel voor mij als voor andere mensen, en daarom is het makkelijker om te claimen dat ik van de remakes genoten heb. Feitelijk maakt een remake niks kapot, het is niet alsof Paul Feig de tapes van de originele Ghostbusters heeft gewist. Als een remake goed is krijgt een geheel nieuwe generatie de kans om met hetzelfde verhaal kennis te maken. Als die tegenvalt zal het misschien juist benadrukken hoe goed het origineel was. Dus zolang een remake met respect voor zijn voorganger gemaakt wordt is dit een win-win situatie… toch?

Ik moet deze argumenten nu voor een deel weer inslikken aangezien ik de afgelopen vijf jaar twee films heb gezien die mij dan weer persoonlijk dwars zaten. Eén daarvan is Disney’s remake van The Lion King (2019), en de andere is Jurassic World (2015). De reden dat ik deze films persoonlijk zo haat is omdat het hier om hervertellingen gaat van films die dan weer wel veel voor mij hebben betekend. Als je mijn complete mening hierover wilt lezen kan ik je doorverwijzen naar mijn recensies van The Lion King en Jurassic World. WAARSCHUWING: het zijn lange tirades. Hoewel Jurassic World technisch gezien een sequel is vind ik dat het net zo goed als een ‘soft reboot’ meetelt. Verfilmingen, franchise films, remakes, reboots, sequels en spin-offs… het verschil tussen deze termen is de laatste jaren nogal vervaagd. Maar de reden dat ze gemaakt worden is hetzelfde: naamsbekendheid levert poen op.

Waarom zoveel herhaling?

Klopt het dat hervertellingen een nieuw fenomeen zijn in de filmindustrie? Nee, eigenlijk helemaal niet zelfs! Als wij het hebben over de ‘originele’ Dracula en Frankenstein dan zijn de klassieke Universal films uit de jaren 30 waarschijnlijk het eerst waar we aan denken. In 1910 was er echter al een Frankenstein film gemaakt, en Dracula kreeg in 1922 zijn eerste boekverfilming met Nosferatu. Het had weinig gescheeld of deze twee films waren allebei verloren gegaan. Waarschijnlijk bestaan maar liefst 80 procent van de films uit het stille tijdperk (tot 1928) niet meer, en dat was ook een van de redenen om deze verhalen opnieuw te verfilmen. Oude films zien we nu als cultureel erfgoed, maar toen werden ze eerder behandeld als opgenomen toneelstukken die je een aantal keer kon vertonen om daarna af te danken. Zonder hervertellingen zouden we alleen de boeken van Dracula en Frankenstein hebben. En dan zouden deze verhalen bij lange na niet zo bekend zijn nu.

Blog | Remake Mania Deel 1: Waar staan we nu? (Sandro Algra) | Hitchcock

Soms werd een film opnieuw gemaakt door dezelfde regisseur. Cecil B. DeMille maakte in 1923 de Bijbelse epos The Ten Commandments. En al was deze film voor zijn tijd een baanbrekend spektakel, enkele jaren later was het publiek niet langer geïnteresseerd in stomme films. Om die reden maakte hij een nieuwe versie in 1956, wat nu ook als een absolute klassieker wordt gezien. Alfred Hitchcocks The Man Who Knew too much uit 1956 is dan weer een remake van Alfred Hitchcocks The Man Who Knew too much uit 1934. Hij beweerde zelf dat de eerste film gemaakt was door een getalenteerde amateur, terwijl de remake was gemaakt door een professionele vakman. Dus hervertellingen zijn soms nodig om een nieuw publiek te bereiken. En sommige filmmakers voelen gewoon de drang om hun eigen werk te herzien wanneer ze meer ervaring hebben.

Dus als we meer goede hervertellingen willen zien moeten we simpelweg kijken naar hoe men dat deed in klassiek Hollywood? Ook hier is niks minder waar. Zogeheten exploitatiefilms werden altijd al gemaakt om snel geld te verdienen. Een van de grootste films uit de jaren 30 was de monsterfilm King Kong (1933). In datzelfde jaar nog verscheen de sequel Son of Kong, een film die gemaakt was met slechts de helft van het budget. En in de jaren die volgden werd de populariteit van King Kong keer op keer uitgebuit met spin-offs als King Kong vs. Godzilla (1962) en amateuristisch geproduceerde kopieën van de King Kong formule zoals The Mighty Gorga (1969). Lage kwaliteit exploitatiefilms zijn dus van alle tijden. Vroeger associeerden we ze echter vooral met B-films. Een moderne film zoals The Meg (2018) is dan weer een exploitatiefilm, maar dan met het budget van een blockbuster.

Bastaard sequels

Terwijl remakes tegenwoordig een hele slechte naam hebben gekregen waren slechte sequels vroeger veel meer de norm. Toen ik opgroeide werd er altijd gezegd dat een sequel nooit zo goed is als het origineel. Ik weet zeker dat iedereen makkelijk een hele lading aan slechte sequels uit zijn hoofd kan opnoemen: Jaws 3-D, Troll 2, Superman IV: The Quest for Peace, Speed 2: Cruise Control, Batman & Robin, Ghostbusters II, Robocop 3, Jurassic Park 3, Alien Resurrection en Silent Night, Deadly Night Part 2… Deze lijst is oneindig!!! En waarom eigenlijk? Je zou toch denken dat een sequel die de formule van zijn voorganger gebruikt een garantie voor succes is?

Blog | Remake Mania Deel 1: Waar staan we nu? (Sandro Algra) | Troll 2

Troll 2 (1990) is een slechte sequel die zo berucht is dat het een cult status heeft opgebouwd. Ook sommige acteurs uit de film erkennen het als een van de slechtste films aller tijden.

Het feit dat een sequel meestal afhankelijk is van een bestaande formule is deel van het probleem. Toen de eerste Jurassic Park uitkwam was het een blockbuster zoals men die nooit eerder had gezien; en niet alleen qua visual effects, maar ook hoe een verhaal over de ontmoeting tussen mens en dinosaurussen werd verteld. In 1993 kon Steven Spielberg niet rekenen op een trouwe Jurassic Park fanbase, dus moest hij haast wel een goede film maken om publiek naar de bioscoop te trekken. Maar nadat Jurassic Park de meest succesvolle film aller tijden werd (tot op dat punt) hadden de sequels niks meer te bewijzen. De naam van de franchise alleen was al genoeg om geld te verdienen.

De meeste Hollywood films zijn opgebouwd uit een duidelijke verhaallijn, of ‘story arc’. Dit betekent dat je in een film graag een compleet verhaal met een resolutie wilt zien. En hoe ga je dan verder als dit verhaal al is afgerond? In de eerste Jurassic Park leert de mens twee waardevolle lessen. De eerste is dat dinosaurussen geen domme monsters maar complexe levensvormen zijn. De tweede is dat dinosaurussen gevaarlijk zijn en in een andere wereld thuishoren dan mensen. Met andere woorden: ‘Een park met dinosaurussen is geen goed idee… EINDE VERHAAL’. Als we deze lessen in het eerste deel al hebben geleerd, waarom blijven we dan films maken waarin de mensen terug gaan naar hetzelfde eiland van mensetende dino’s? Het simpele antwoord hierop is ‘omdat studio’s weten dat het publiek de films hoe dan ook zullen blijven kijken’.

Als filmmakers zelf al weten dat een sequel vooral dient om extra geld te verdienen is het lastig om dezelfde passie voor dit project op te roepen. Ruth Rose schreef niet alleen het script van de eerste King Kong, maar ook van de sequel. En daarbij zou ze hebben gezegd: “If you can’t make it bigger, you’d better make it funnier.”. Voor de mensen die in de jaren 90 zijn opgegroeid: kun jij je nog herinneren dat Disney sequels op zijn eigen hits uitbracht? Zo had je titels als The Return of Jafar (1994), The Hunchback of Notre Dame II (2002) en Mulan II (2004). Zijn sprookjes niet zo’n beetje de laatste verhalen waar je vervolgfilms op kunt maken? Dit zijn immers films die letterlijk eindigen met ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’… WAT KOMT ER IN HEMELSNAAM NA ‘LANG EN GELUKKIG’!? Veel van deze sequels werden ook nog eens geproduceerd met een lager budget, ze werden uitbesteed aan andere animatiestudio’s en vaak waren de films alleen direct op videoband te zien. Het spreekt voor zich dat de films geen klassiekers zijn als zelfs hun eigen studio ze als bastaard kinderen behandelde.

Sinds 1994 heeft Disney meerdere sequels op hun animatiefilms geproduceerd. Hoewel sommige films een bioscooprelease kregen waren ze meestal bedoeld voor home video.

Uiteraard hebben we ook voorbeelden van sequels die net zo legendarisch zijn als het origineel, zo niet meer. Denk hierbij aan The Godfather Part II, Terminator 2: Judgement Day, Star Wars: The Empire Strikes Back en recent nog Blade Runner 2049. Zulke sequels zijn historisch gezien uiterst zeldzaam, waardoor ze eerder gezien kunnen worden als de uitzonderingen die de regel bevestigen. Ik vind wel dat een aantal van deze films masterclasses zijn van hoe je goede sequels moet maken.

Wat heeft The Godfather Part II (1974) wat de Jurassic Park sequels niet hebben? Net als Jurassic Park III is het sterk afhankelijk van de formule van zijn voorganger. Maar deze film gebruikt zijn eigen formule niet om in essentie hetzelfde verhaal te vertellen. In plaats daarvan brengt de film het verhaal naar de volgende fase. De eerste Godfather vertelt het verhaal van hoe een onschuldig persoon in een gangster kan veranderen. De tweede film gaat over hoe een gangster in een monster kan veranderen. Wanneer deze film de motieven van de eerste film toepast wordt dat gedaan met een doel dat verder gaat dan simpelweg het herhalen van alles wat in de eerste film werkte. Dus ook al was de tweede film niet van tevoren gepland, je hebt wel het idee dat dit altijd al is hoe het verhaal verder had moeten lopen. Het is een sequel met ‘authenticiteit’.

Goede exploitatiefilms?

Alleen omdat een film is gemaakt met de intentie om makkelijk geld te verdienen hoeft nog niet te betekenen dat we deze film niet als kunst kunnen zien. Kan een goede exploitatiefilm bestaan? Het beste voorbeeld dat ik hierbij kan bedenken is de Italiaanse Western A Fistful of Dollars (1964). Men herinnert zich deze klassieker vooral als de film die tot de Spaghetti Western rage heeft geleid. Het is echter algemeen bekend dat de film ook een remake is van de Akira Kurosawa film Yojimbo (1961). Regisseur Sergio Leone werd zelfs met een rechtszaak bedreigd door Kurosawa wegens plagiaat.

Denk hier maar eens over na: een klassieker als A Fistful of Dollars heeft alle eigenschappen van een typische exploitatiefilm. Het was een low-budget onofficiële remake van een Japanse film, die ook nog eens profiteerde van een groeiende interesse in Amerikaanse Westerns. Deze film lanceerde de carrières van Sergio Leone en Ennio Morricone en veranderde tv-acteur Clint Eastwood in een filmster. Daarnaast zette de film de toon voor wat we nu kennen als het genre de Spaghetti Western. De invloed hiervan is nog steeds te voelen in films als Once Upon a Time in Hollywood (2019), de John Wick reeks (2014 -) en zelfs in series als The Mandalorian (2019). En dit begon allemaal bij een exploitatiefilm!?

“Signor Leone, I have just had the chance to see your film. It is a very fine film, but it is my film. As Japan is a signatory to the Berne Convention on international copyright, you must pay me.” – Brief van Akira Kurosawa aan Sergio Leone

Dat deze film meer is geworden dan een doorsnee remake bewijst dat kunst nog altijd voort kan komen uit exploitatie, zolang het gemaakt is door getalenteerde artiesten met passie voor hun vak. Daar bovenop is dit een goede remake omdat het niet alleen dingen kopieert van Yojimbo en van het Western genre. A Fistful of Dollars is bovenal een door en door Italiaanse film. Omdat de filmmakers niet vast zaten aan Amerikaanse of Japanse conventies konden ze dingen doen in deze film die je nooit in Amerikaanse Westerns of in samoeraifilms zou zien.

Sommige collega’s van mij claimen dat een remake pas gemaakt mag worden als er genoeg tijd voorbij is gegaan sinds het origineel uitkwam. Dat vind ik echter een zeer nietszeggende regel. Stel: je zou bepalen dat er 50 jaar voorbij moet gaan voordat iemand zich aan een remake mag wagen, wordt het dan niet hoog tijd dat The Good, The Bad and the Ugly (1966) en Once Upon a Time in the West (1968) remakes krijgen? Deze films zijn nog steeds zo iconisch dat geen filmliefhebber die ik ken daarop staat te wachten.

“Yojimbo” and “Fistful of Dollars”: Shot-by-Shot Montage from Alejandro Villarreal@Alamo City on Vimeo.

Er is eigenlijk geen gouden regel om te bepalen wanneer een remake een goed idee is. Wat uit zou moeten maken is dat de filmmakers het verhaal begrijpen en het talent hebben om er iets van te maken wat meer is dan simpelweg ‘de remake van…’. En of deze filmmakers zoiets kunnen bereiken is iets wat alleen zij kunnen bepalen.

Mijn mening blijft dus dat er inherent niks mis is met sequels of remakes. Het probleem van de huidige Remake Mania is dat filmstudio’s te afhankelijk zijn geworden van hervertellingen, wat helaas al een tijdje in de weg staat van creativiteit in Hollywood. In de sequel van deze blog wil ik dieper ingaan op de problemen van Remake Mania. Voor de mensen die nog niet mijn video van vijf jaar geleden hebben gezien wil ik eindigen met de analyse van een van de beroemdste remakes aller tijden: Scarface. De tweede remake van Scarface is nog altijd niet uit, dus ik ben nog steeds zeer nieuwsgierig naar dit project!

Sandro Algra

Bekijk ook onze video over de aankomende remake van Scarface


Lees ook het tweede deel van deze blog



Bronnen


VOLG ONS

Wil je de hele week op de hoogte gehouden worden van het laatste nieuws? Houd dan onze pagina in de gaten of volg Entertainmenthoek op Facebook, Instagram, en Twitter. Zo blijf je op de hoogte van het laatste nieuws rondom je favoriete films en series.

FacebookInstagramPinterestTwitter